Wethouder Huijskens is van mening,dat de raad voet bij stuk moet
houden,en aan het verzoek niet moet worden voldaan.
Het raadslid Buermans vraagt of de raad op dit verzoek een beslis
sing dient te nemen.De voorzitter deelt mede, dat zulks inderdaad
het geval is.Het raadsbesluit hoeft evenwel niet door Gedeputeerde
Staten te worden goedgekeurd.
Het raadslid van Hoof is van mening,dat 15 augustus wel een dag
is,die voor de neringdoenden centen op kan brengen..
Het raadslid Eroosus merkt op,dat de wielerkoers ook naar 15 au
gustus had'kunnen worden verschoven.Deze koers zou dan veel meer
volk hebben kunnen trekken.
Het raadslid van Hoof zegt dat men indertijd geen rekening heeft
gehouden met die zondag.De voorzitter antwoordt hierop,dat deze
kwestie toen toch in de raad is besproken.Het raadslid van Wezel
bevestigt dit,en deelt mede,dat toen is bepaald,dat 15 augustus
niet bij de kermis zou komen.
Het raadslid van Hoof betoogt,dat de caféhouders bij het doen van
dit verzoek naar hun voordeel hebben gekeken,en dat ze hierin ge
lijk hebben.
Het raadslid van Wezel meentdat sommige inwoners van Huijbergen
zeker blij zullen zijn met de verlenging van de kermis.Naar zijn
overtuiging zullen de voordelen daarvan evenwel in Huijbergen van
de ene zak naar de andere gaan,zodat uiteindelijk de gemeenschap
van Huijbergen er niet veel mee opschiet.
Het raadslid van Hoof en het raadslid Buermans verwachten evenwel
veel vreemden.
De voorzitter brengt in het midden,dat burgemeester en wethouders
niet achter het verzoek van de caféhouders staanaangezien inder
tijd geen rekening werd gehouden met 15 augustus als 4e kermisdag»
Niet alleen de inschrijving voor standplaatsen is hierop gebaseerd
doch ook het wielercomité heeft de dag voor de koers bepaald,er van
uitgaandedat 15 augustus geen kermisdag zou zijn.Wanneer het wie
lercomité zou geweten hebben,dat de kermis zou worden verlengd,
dan had dit comité waarschijnlijk ook een andere beslissing geno
men.
Het raadslid Buermans stelt vervolgens voor dit punt te bespreken
in een besloten vergaderingOp voorstel van de voorzitter wordt
besloten de behandeling van dit punt aan te houden tot het einde
van de vergadering.
g. De voorzitter deelt mede,dat er een bezwaarschrift is binnenge
komen van J.A.J. van Bavel,Staartsestraat 43 tegen de hem opge
legde aanslag in de hondenbelasting belastingjaar 1960,artikel
van het kohier nummer 12.Reclamant vestigt er de aandacht op,
dat hij sinds 5 juni 1 960 geen hond meer bezit,op grond waarvan
hij vernietiging of vermindering van de aandlag vraagt.
Op voorstel van de voorzitter wordt zonder hoofdelijke stem
ming besloten eerst een onderzoek te laten instellen naar de
juistheid van de door reclamant naar voren gebrachte feiten.
Wanneer deze feiten inderdaad juist blijken te zijn,zal de
aanslag met de helft worden verminderd.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DEN UITBREIDINGSPLAN IN HOOFD
ZAAK EN IN ONDERDELEN.
De voorzitter deelt mede,dat Gedeputeerde Staten van Noord-Bra
bant hebben bepaald,dat vóór 1 september 1961 een uitbreidings
plan voor de gemeente aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring
moet zijn ingezonden.