1 - 4 Het zou to be-' .:dv i leze verbouwing of vernieuwing niet op aaJwar.rdMic ijze zou geschieden. Het raadslid van Hoof vraagt nog nadere inlichtingen omtrent de juiste situering van het nieuw te bouwen gemeentehuis, welke inlichtingen door voorzitter w:rden verstrekte De voorzitter stelt tenslotte voor de beslissing van de raad nog met een maand te verdagen, met welk voorstel de raad zonder hoofdelijke stemming akkoord gaat. Wel wordt er nog op aangedrongen, met de beslissing niet langer te wachten dan nodig is. 4) VOORSTEL TOT OPHIEUW VOORLOPIG VASTSTELDEN VAN DE GEMEENTEREKENING 1958 ZULKS NAAR AANLEIDING VAN DE NOTA VAN AANMERKINGEN VAN GEDEPUTEERDE STATEN dd 28 DECEMBER 1960. De voorzitter leest de brief van Gedeputeerde Staten van Noord Brabant van 28 december 1 960 in zijn geheel voor. Op verzoek van de voorzitter geeft de ambtenaar J.J.Emonts voorts nog een nadere toelichting op de in de gemeenterekening aangebrachte wijzigingen. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten de gemeente rekening 1958 nader voorlopig vast te stellen als volgt i GEWONE DIENST de ontvangsten op een totaal bedrag van 726607*37 de uitgaven op een totaal bedrag aan 721 325 *75 en het batig slot van de gewone dienst derhalve op 5281,62 KAPITAALDIENST De ontvangsten op een totaal bedrag van ƒ1117773*71 de uitgaven op een totaal bedrag vah ƒ1312054*54 en het nadelig slot van de kapitaaldienst derhalve op 194278*43 5) VOORSTE!. TOT VASTSTELLING VAN DE BEDRAGEN PER LEERLING ALS BEDOELD IN ARTIKEL 101 DER L.O. 'WET 1920 VOOR HET JAAR 1961 t.b.v. BIJZONDERE SCHOLEN IN DEZE GEMEENTE- Op verzoek van de voorzitter geeft de ambtenaar J.J.Emonts een toe lichting. Het bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs is gehandhaafd op 40,Na overleg met de Inspecteur voor het lager onderwijs is het bedrag per leerling voor het uitgebreid la&er onderwijs bepaald op 60,~-„ Wethouder Damen deelt nog mede, dat in Woensdrecht het bedrag per leerling voor het uitgebreid lager onderwijs in 196O 57,50 bedroeg, doch dat ook daar plannen bestaan tot verhoging van dit bedrag. Wel vraagt wethouder Damen zich af, of het hedrag per leerling van 40.-- voor het gewoon lager onderwijs wel voldoende is. De ambtenaar J.J.Emonts zet uiteem, dat het bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs is bepaald op 40,in overleg met de Inspecteur voor het lager onderwijs. Dit bedrag wordt ook in bijna alle buurtgemeenten verleend. De Inspecteur voor het lager onderwijs acht het voorlopig nog niet nodig om een verhoging van dit bedrag te bevorderen, in tegenstelling tot het voor i960 geldend bedrag per leerling voor het uitgebreid lager onderwijs, welke bedrag de inspecteur positief te laag acht. Wethouder Huijskens zegt, dat het schoolbestuur bij verhoging van het bedrag per leerling, deze verhoging ook moet besteden aan leermiddelen. Het raadslid van Wezel deelt hierop mede, dat dit ook wel zal geschieden Hij wijst er nog op, dat nieuwe leermiddelen bovendien nog uit artikel 72 kunnen worden aangeschaft. De raad besluit vervolgens zonder hoofdeli stemming het bedrag per leerling voor het uitgebreid lager onderwijs foor 1961 vast .e stellen op 60,-- per leerling en het bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs voor 1961 vast te stellen op 40,-- per leerling, Voor 1962 zal speciaal het bedrag per leerling voor het gewoon lager onderwijs opnieuw worden bezien. V#

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1961 | | pagina 13