l Hiervan is pro-es-/urbaal opgemaakt ,welk procesverbaal aan de raad moet worden worden overlegd. De voorzitter leest vervolgens dit proces-verbaal voor .Ook leest de voorzitter het advies voor van het Bouwtoezicht.Dit advies is gedateerd op 9 januari 196l,doch het was bij de aanvang van de raadsvergadering van 9 januafi nog niet binnen. Dit advies in in afschrift aan van de Vorst toegezonden. Het raadslid Buermans merkt op,dat het Bouwtoezicht toch niet zegt,dat de ramen boven woonhuis en boven de winkel persé moeten verschillen. De voorzitter deelt mede dat dit weliswaar geen eis is van de bouwverordeningdoch wel een eis van welstandstoezicht. De voorzitter deelt voorts nog mede,dat inmiddels ook het standpunt van de provincie bekend is geworden.Dit standpunt blijkt toch wel iets anders te zijn dan op 9 januari 1 961 door van de Vorst is medegedeeld. De voor zitter leest de brief van de provinciale Waterstaat van 23 januari in zijn geheel voor.Hij deelt vervolgens mede, dat het thans nog niet mogelijk is in deze da raad volle dig te adviseren. De situatie terplaatse zal moeten wor den bezien aan de hand van de situatieschets, welke Ir Margry heeft gemaakt van het nieuwe gemeentehuis. De voorzitter denkt eraan,om van de Vorst achter het gemeentehuis een laag winkelpand te laten bouwen en het woonhuis te laten bouwen aan de Bergsestraat op een afstand van tenminste 15 m uit de as van do weg. i De voorzitter deelt mede,dat de raad thans kan beslui ten tots a. verlening van de bouwvergunning; b. afwijziging van do bouwvergunning; c. aanhouding van de beslissing; Naar het oordeel van de voorzitter verdient het aan beveling ,de beslissing in dit stadium te verdagen. Het is absoluut niet de bedoeling deze zaak op de lange baan te schuivendoch met een paar weken wachten kan misschien een aanvaardbare oplossing worden verkregen. Wethouder Huijskens vraagt,of het schrijven van de provinciale waterstaat al met van de Vorst is besproken. De voorzitter deelt mede,dat zulks nog niet is geschied. Het raadslid Buermans vraagt wat de provinciale wa terstaat precies adviseert. De voorzitter deelt mede,dat de provinciale waterstaat geen oplossing zietwanneer van de Vorst op dezelfde plaats zou blijven zitten. Naar het oordeel van de voorzitter zou evenwel een aanvaardbare oplossing kunnen worden verkregen. Het raadslid van Hoof en wèthouder Huijskens zijn van me ning,dat een verbouwing meet? zal kosten dan nieuwbouw,aan gezien de fundamenten op een dergelijke verbouwing niet zijn berekend. Yfethouder Damen vreest,dat het voorstel van de provin ciale waterstaat wel eeruSveel tijd zou kunnen vergen, en dat de beslissing dan wel erg lang op zich kanlaten wachten. De voorzitter deelt hierop mede,dat hij meer voelt voor een oplossingdie een aanvaardbare situatie schopt. Het verbouwde of vernieuwde pand zal immers zeker 50 jaar meegaan. 4 K 'V 4 V

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1961 | | pagina 12