5) Toespraak namens/het gemeente-personeel. De loco-burgemeester geeft hierna het woord aan de heer ^Hr° r,Qmor'C! Vie-h tremepn-hpnprBnnfiPl de iubileran.de 3 zeer materialistisch te zeggen, in weerwil van zijn hoge kosten en zijn harde werken is de opbrengst per tijdeenheid veel geringer dan die van de spedialist, die door zijn specialisatie een grotere perfectie op zijn speciaal terrein, een grotere intensiteit, een grotere efficiëntieeen grotere omzet en een grotere opbrengst kan bereiken. Al deze kenmerken vanextensiteit in de periferie van heb maat schappelijk leven vertonen zich ook bij bestuur en administratie van een kleine geïsoleerde gemeente. Het spreekt vanzelxdat het werk van de seüretaris lang niet af xsras1 was, dat ondanks veel werken de productiviteit niet zo groot kon zijn als in de grotere gemeenschap, waar een gespecialiseerd bestuur in de persoon van diverse wethouders en gespecialiseerde ambtenaren betaaidbaar zijn. De bovengeschetse kenmerken van 9^ijn werkzaamheden heoben zich in het bijzonder gehandhaafd tot kort na de'bevrijding. Ik heb daarbij het aangename gezelschap gehad van verschillende jongelui, die hier kwamen volontairen en door de inperking de secretaris nog weer een bezigheid er bij gaven. Vele waren intelligent en jammer voor de gemeente Huijbergen dus, waren zij na ingewerkt en gediplo meerd te zijn en een zekere productiviteit te hebben bereikt snel d door de zuigkracht van de grotere gemeenten verdwenen. Ook dit was weer een onaangename ervaring van de kleine gemeente. Ra de oorlog is het rechtsverkeer en daarmee het werk ter secretarie sterk toegenomen. Vele maatschappelijke verhoudingen en noden lagen totaal anders dan voorheen, hoewel de autonomie werkzaamheden van het gemeentebestuur hier toenam^- kende de zelf» bestuurstaak van de gemeente nog een grotere vlucht als gevolg van de vele wettelijke maatregelen, die op rijks- en provinciaal niveau werden genomen. De inmenging van de hogere overheid werd steeds groter en ook de financiële e)an bestuurlijke afhankelijkheid van de gemeente aan die overheid. Vele eeuwen terug was iedere stad een staat, tot ze door toename van het maatschappelijk verkeer opging in een grotere eenheid: het hertogdom, graafschap enz. Deze verwenen in de gewesten of provincies, die op hun beurt opgezwolgen werden doo: de landen en later de rijkseenheden. We zien deze tendens naar verlies van z elfstandigheid thans doorwerken op internationaal niveau ih. zelfs in de cosmos. Is het te verwonderen, dat ook de kleine gemeenten veel van hun zelfstandigheid hebben moeten prijsgeven? i 7 A"n/vn rl atïi v» /v Trnn rl A fyowi O An AHO o rl v aii JSg unici.cAx

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1959 | | pagina 30