b,; verstrekken.De getroffenen kunnen hun belangen op het departement nog bepleiten door middel van een vertrouwensman, wiens honorarium ónder de kosten van het wederop bouwplan vallen, eh dus voor hoogstens 30% door het rijk kunnen worden gedragen De léden Dam en en A.A. van Wesel b'ë'amen, dat er bij de gedupeerden heel wat misverstand bestaat omtnent vergoedingen b.v. betreffende kosten van puinonteigening én puihruimirig alsmede betreffende de herstelkosten.'Men maakt zich onnoodig angstig en verantwaardigdomdat men zich iets wijs laat maken door on/ware 'praatjes. Doch men bepleit duidelijker uitleg vóór de gedupeerden. De voorzitter zegt, dat de volkshuisvesting van Huijbergen groote "moeilijkheden zal ondervinden zoolang het wedéropbouwplan er niet is. 'Men kan nu reeds bouwen, doch gedupeerden durven niet. De gemeente heeft nog slechts twee woningen toege wezen gekregen in verband mèt het wederopbouwplan 1946, maar we kunnen niet voort omdat er geen 'bouwgrond voor kleinere Woningen te koop eixis knar is. De gemeente zou noodgedwongen aan de nieuwe straat moeten bouwen, doch zoo lang het wederopbouwplan er niet doorgaat, kan men moeilijk met pïtiffixÜKis partieele of geheele onteigeningen beginnen. Daarom is het van belang voortgang te maken met het wederopbouwplan. Wethouder van Wezel informeert of de te ontei genen -nog bestaande- opstallen worden vergoed vol-' gens de tegenwoordige waarde. De voorzitter kan dit niet met zekerheid beantwoorden. Hij vermoedt, dat dit wel zoo zal zijn n.l. volgens de waarde van 1940'met een toeslag volgens geoorloogde prijs- stijging. Wethouder van Gastel brengt het debat nogeens op J. Chr van Agtmaal, die zoowel moet boerderij, cafe als met winkel zeer gedupeerd is door hef wederopbouwplan. Desgevraagd merkt de voorzitter op, dat daar wellicht in zal kunnen worden voor zien door hem een betere plaats te verschaffen b.v. op.zijn eigen grond bij het mo/leneind. Met den onteigeningsjurist kan dit besproken worden. Zijn bestaand huis kan dan in de onteigening be trokken worden en dan zou volgens de normale ver goedingsregeling met bijdragen a fond perdu en rijkshypotheken kunnen worden geholpen. De gemeen te kan dan zijn bestaand huis verhuren. Wethouder van Wezel en ook de andere leden zouden deze moge lijkheid om buiten de bebouwde kom aan het molen eind te bouwen bij wijze van uitzondering in het plan opgenomen willen zien. De heer Hectors vraagt -of van Agtmaal ook met zijn café en winkèl wel zal kunnen bouwen buiten'de bebouwdè kom. De voor zitter acht dit mogelijk, omdat Chr. van Agtmaal ook landbouwer is en uit dien hóófde in aanmerking komt óm buiten de kom te bouwen. Sommige leden vestigen er de aandacht op, dat Chr van Agtmaal, indien hij noodgedwongen bij het moleneind bouwt, de voordeelen van het klooster mist, die hij nu geniet nu hij in het dorp woont. Met den voorzit ter zijn het de meeste leden eens, dat de bèzow- kers van het klooster.weinig verteer bieden. /spoedig i-y De voorzitter stelt voor de goedkeuring over het plan als zoodanig uit te spreken en zoonoodig daar aan de voorwaarde te"verbinden, dat de particulie ren voor de nadeelen, die er uit voorvloeien, zoo j goed mogelijk worden schadeloos gesteld. ";J De heer Hectors gaat met die voorwaarde wel accoor< doch vindt dat het plan zoodanig zou moeten zijn, dat de daaruit voortvloeiende kosten zoo gering mógelijk zijn. Ook al betaalt het rijk 9/lOe gedeel te, van het nadeelig saldo, dan zijn de kosten voor de gemeente nog aanzienlijk» Haar aanleiding hiervan merkt de voorzitter op, dat het nadeelig saldo voor een gedeelte nog goed gemaakt wordt door de huuropbrengst van de gebouwen, die wel onteigend worden, doch gedurende geruimen tijd nog verhuurd kunnen wórden b.v. de Mariabóuw, de huizen van van Pul, Chr. van Agtmaal en Wed. Hopp enbrouw er s De heer Snoeijers vraagt nog of er in het plan een plaats gereserveerd is voor Alf Chr. Meesters, waarop de voorzitter antwoordt, dat deze persoon als landarbeider met een z eker aantal h.a, grond en een kleine veestapel weer buiten de bebouwde kom zal mogen bouwen al is het misschien ih plaats van aan een zandweg aan de verharde straat. Voorts vraagt hetzelfde lid of,er gedacht is aan grondonteigening voor uitbreiding van de parochiale school.'De voorzitter zegt, dat hiervoor niet is gezórgd, doch zulks in.de toekomst kan geschieden, omdat ieder plan elke tien jaar minstenseenmaal t moet worden herzien volgens de woningwet. Blijkens de thans bekende geboortecijfers bestaat er geen gevaar, dat de school voorlcopig behoefte heeft aan meer klaslokalen» Daartegenover wordt opgemerkt, dat het speelterreii wel vergrooting behoeft. De heer Hectors informeert of de Oostzijde van de nieu?ie straat ook bebouwd kan worden. De"voorzitter zegt, dat dit voorlocpig niet geschiedt. Doch als de westzijde is volgebouwd kan binnen 10 jaar de oostzijde bij herziening van het uitbreidingsplan worden onteigend ter verkrij ging van bou?/grond. Het zelfde ïaadslid vraagt of de schade aan boer derijen/betaald zal worden. Hierop kan de voorzitter geen antwoord geven, omdat deze aangelegenheid geheèl Opuiten de bemoeienis van het gemeentebestuur het bestudeeren van dé maquette van het dorp wordt de wenschèlijkheid uitgesproken, dat achter" het erf van 'J.H. Paulus een strook grond zal wórden onteigend ter'verkrijging van een achtererf voor dezen persoon. De raad neemt thans het volgende besluit* De raaè der'gemeente Huijbergen; overwegende, dat het ontwerp van het wederopbouw plan voor deze gemeente, zooals dit laatstelijk in de raadsvergadering van heden werd besproken, uit stedebouwkundig oogpunt bezien, niet wordt afgekeurd; dat evenwel verschillende eigenaren van perceelen in hun bedrijf tr -4 I

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1946 | | pagina 6