P De heer Snoeijers betoogt, dat 'Michielsen nog meer zou worden gebaat, indien de uit Jarig van de nieuwe weg nog iets naar het westen zou worden verlegd, dan kan aan de oostzijde n.l. een huis worden gebouwd, terwijl er toch nog rui te blijft voor een tuin. Bovendien zou dan de weg niet het erf van Chr. van Agtmaal doorsnijden. Ir. Gouwe- tor zal overwegen of aan deze opmerking alsnog kajn worden voldaan. De heeren van Gastel en A.A. van Hesel beklem- toonen nog eens, dat Chr. van Agtmaal in zijn bedrijf wel erg zwaar is gedupeerd, zoowel met zijn landbouwbedrijf als met zijn oafe en winkel, die nu verder van de kerk komen te liggeh en minder aanloop hebben. De voorzitter beaamt dit en heeft uit gesprekken met Chr van Agtmaal wel gemeend te mogen opmaken, dat hij noodgedwongen een andere betere plaats zal moeten' zoeken.' Zoo betoogde van Agtmaal o.aV, dat hij met de grond die te zijnen behoeve zal worden onteigend, niets kan doen, daar die niet geschikt is voor de aan leg van een weiland ter vervanging van de weide, die hij kwijt raakt bij zijn huis. Wethouder van Wezel vraagt zich af of er geen betere plaats in het wederopbouwplan voor chr van Agtmaal te vin den is. Hij heeft gehoord, dat van Agtmaal wel meer in de richting van het Moleneind zou willen bouwen, doch dan komt hij buiten de bebouwde kom te zitten. Ir. Gouwetor merkt op, dat de mogelijk heid om een betere plaats te krijgen zeer zeker onder Het oog gezien kan worden, doch hij ad viseert, dat zulks worde gedaan in overleg met den onteigehingsjuristdaar anders de onteige- ningskaart weer èens veranderd moet worden, wat tijdverlies kost. Van de tegenwoordige onteige- ningskaart kan altijd nog afgeweken worden, daar deze héelemaal geen bindende voorschriften in houden, doch slechts een advies is. De voorzitter meent nu uit het debat wel te kunnen opmaken, dat de raad in groote trekken abcoord gaat met het plan, doch de heer Snoeijers betoogt,naar aanleiding hiervan, dat hij er wel voor voelt, dat de menschen ook buiten de kom mogen bouwen nu we toch weer in een vrij Neder land wonen. Er zijn altijd menschen, die graag rustig buiten de kom wenschen te wónen. Dan kfen denieuwe straat vervallen. Hierop antwoordt de voorzitter, dat het in den wilde weg bouwen in strijd is met de voorschriften van de woningwet, die juist kernvorming wenscht, zulks om de open bare uitgaven zoo veel mogelijk te drukken. De heer Snoeijers meent toch, dat het beter was eerst met een nieuwe straat te beginne#,zoodra de open plekken in de andere straten zijn volgebouwd Het duurt misschien honderd jaar voordat de nieu we straat geheel is bezet. ----- -- igen 826 n Ir. Gouwetor herinnert eraan, dat het juist de be doeling van een uitbreidingsplan is voor de toekomst te zorgen. C-aat men eerst de open plekken volbouwen, dan krijgt men overal groote en kleine huizen door elkaar, die niet bij elkaar passen. Eet bouwen grijpt diep in het gemeenschapsleven in. Reeds meer dan 40 •jaar is dit een uitgemaakte zaak. Dat heeft de prak- :1r tijk in het verleden bewezen. De overheid heeft, jaar geleerd door de lessen uit de ervaring, het nood zakelijk gevonden, dat ingegrepen wordt in de wijze 'e~ van de bebouwing. In alle landen doet men dit min "^f11 of meer. Wordt zulks niet gedaan dan krijgt men zoo'nf_®_ leelijk stads- of dorpsaanzicht als men in België veel aantreft, het land waar men op dit punt nog het minst ver gèvorderd is. Er behoort orde te komen in de bebouwing. In noodzakelijke gevallen kan er gelegenheid gegeven worden buiten de kon te bouwen. Daar komen nog nadere regelingen voor. Doch aan de- bebouwing aldaar worden andere emsehen gesteld dan binnen de kom. Dat een verspreide, wilde bebouwing vele nadeelen biedt wordt nog eens verduidelij let door de opmerking van den heer Gouwetor, dat een persoon wel graag rustig buiten af woont, doch daar mee de moeilijkheid voor regelmatig schoolbezoek van zijn kinderen vergroot, dat de gemeente meer kosten dreigt te krijgen -van den aanleg van verharde wegen, waterleiding e.d«, vele eischen, waaraan de moderne mensch groote behoefte gevoelt. De voorzitter onderstreept dit met een voorbeeld uit het verleden. De bewoners van het Overberg, die niet op het electrisch net zijn aangesloten, hebben de laatste 10 a 15 jaar al herhaalde malen getracht aansluiting te krijgen. Dit is hun goed recht en de aansluiting zal zooveel mogelijk bevorderd worden, temeer omdat het overwegend landbouwers zijn, die nu eenmaal buiten het dorp thuis hooren en dus niet verkeerd wonen. Doch als dergelijke huizengroepeerin- gen gevormd worden door menschen, die evengoed -in de bebouwde kom konden wonen, dan zouden ze indien ze een behoorlijk getal vormden, aandrang op het gemeen tebestuur kunnen uitoefenen ter verkrijging van de genoemde voordeelen. Dit jaagt de gemeente op kosten, hetgeen niet zou gebeurd zijn indien zij bijtijds verplicht waren geworden in het dorp te bouwen. De heer A.A. van Wesel zegt ook wel van meening te zijn, dat het nu bij uitstek de tijd is om een be hoorlijk ruim dorpsplan vast te steil.en, nu er veel minder belangen geschaad worden dan in de toekomst, vermits we toch met een totaal vernielde dorpskern zitten. De heer Gouwetor, die dezen avond nog een bespre king heeft in Rotterdam, -acht zijn tijd van vertrek gekomen en verlaat hierna de vergadering. De voorzitter stelt de raad voor 'een besluit te nemen. De aanwezige raadsleden achten het evenwel raadkamer in een plenaire vergadering, over enkele dagen te houden, een beslissing te n©nen. Een beslis sing, 'die van zoo verstrekkende beteekenis is voor de toekomst der gemeente, moet'volgens hen worden genomen als alle of zoo goed als alle raadsleden aanwezig zijn. woon voor ort- ',58, it inmer- en van ir Poel de .ers in de ielij- ran ge-

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1946 | | pagina 3