5* 5f. De' zevende en achtste begrootingswijziging1939 alsmede de eerste en tweede begrootingwijziging 1940 stelt de raad vast overeenkomstig de door - burgemeester en wethouders aangeboden ontwerpen., 5. De voorzitter leest voor de beschikking van Gede puteerde Staten dd. 17 April 1940, G. nr. 396, IVe afdeeling, op het beroep tegen het raadsbesluit dd. 20 .November 1838 tot vaststelling van het be drag per leerling bedoeld, in artikel 101 der lager "onderwijswet 1920 voor 1940. Gedeputeerde staten stellen het bedrag vast op - g.6,92 zocdat ze het met f.0,92 hebben verhoogd. De "voorzitter meent, dat de motivsering van het raadsbesluit deugdelijk is geweest, doch dat Gedeputeerde Staten een hooger bedrag hebben vastgesteld in verband met de ingetreden prijs- verhoogingen, hoewel voor Woensdrecht het bedrag in beroep-volgens zijn weten is verhoogd tot slechts f.6,42. De heer van Gastel informeert naar hetverschilwaarvoor geen verklaring te geven is. De voorzitter adviseert niet bij de kroon in beroep te gaan en in.de beschikking te berusten. Aldus besluit de raad. 6. haar aanleiding van d en 'brief van den.Minister van Sociale Zaken dd. 3 Mei 1940, no,1-1395/l Afd.S, besluit de raad ook voor 1940 B.steun te verleenen overeenkomstig de voorschriften, door het Departe ment van Sociale Zaken te geven, en de daartoe benoodigde gelden beschikbaar te stellen. 7. De voorzitter wenscht nog een punt ter behandeling voor te dragen n.l. het toekennen vang;,: ratiiica- tiën aan volontairs ter secretarie. Hij zegt, dat de volontair ter secretaire Steur uit Rilland Bath nadat hij uit den militairen dienst is gekomen, zijn werk alhier hetvat heeft. Het is een göede kracht en vermits er veel werk is acnt hij het billijk, dat hem eenige bei&oning gegeven wordt, dccrh.ggk en temeer, omdat. hij. iederen morgen, van ver moet komen fietsen wat in den strengen winter van vorig jaar niet meeviel. Debegrooting staat echter niet toe, dat er veel gegeven wordt. Spreker stelt voor aan Steur voor de mahden Juni tot en met December van 1940 f.150 toe te kennen.en aan den jongen volontair ter secretarie Vermeulen, die pas werkzaam is - een gratificatie van f.25 te versieenen voor 1940, opdat deze daardoor eenige kosten van fiets en kleeren ver goed krijgt. Van de rondvraag maakt het lid Buermans gebruik. Hij deelt mede, dat bij arbitrage het loorrhet landbouw bedrijf is gebracht op 25 cent per uur. Hij verzoekt Burgemeester en wethouders te willen bevorderen het loon. in de werkverschaffing,op 23 cent te doen be- paleii-De- Aaoor-z-i-t-t-e-r--acht--2-3--cent--t-e- -veel-. Burgemees ter en wethouders hebben over dit onderwerp reeds be raadslaagd en aan den Minister verzocht het werkver- schaxfingsuurloon van 20 op 21 cent te brengen; Buermans dringt er toch op aan het-daarheen te leiden, dat het werkverschaffingsuurloon op 23 cent wordt bepaald zulks in verband met het feit, dat de marge in zoo goed als alle gemeenten op 2 cent is bepaald. De verhooging acht spreker zeer goed gemotiveerd door de toenemende duurte. De voorzitter acht 20 ce% inder daad te weinig, doch hij wil de beslissing van den Secretaris-generaal, waarnemendhoofd van het depar tement van sociale zaken, afwachten. Burgemeester en wethouders kunnen dan nog eens beraadslagen. De voor zitter meerit, dat de arbeiders dit jaar veel in het vrije bedrijf zullen kunnen werken en dat verschillen den in Duitschland kunnen worden geplaatst. Hij acht het geval daarom niet dringend. Op de vraag van den heer Buermans wat de gemeente werkman verdient, antwoordt de voorzitter: f.2,2 5 per dag.

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1940 | | pagina 8