De voorzitter leest voor den inhoud van de vol
gende ingekomen stukken:
a. Brief van Gedeputeerde Staten van lf|ord-Brabant
dd. 27 Maart 1940 G. nr. 136, Ille afd. met als,
bijlage het K.B. van 19 Maart 1940 nr.5 tot goed
keuring van het raadsbesluit dd. 9 Januari 1940
tot intrekking van de verordening tot hei,ring van
een bestelloon voor telegrammen.
b. Verslag der ©ommissie tot wering van schoolverzuL
over 19393-
c. Brief van het Verificatiebureau der Vereening
van Nederlandsche Gemeenten dd. 28,februari 1940
met proces-verbaal van kasopneming, op 15 feburai
1940 gehouden ten kantore van den gemeente-ontvanger
d. Besluit van den Minister van financiën dd. 27
Maart 1940, Generaal Thesaurie nr.1tot vaststelling
van het quotient, bedoeld in artikel 21, tweede lid
van het financieels verhoudingsbesluit, over het
begrootingstijdvak 1938/1939.
e. Machtiging van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant dd. 27 Maart 1940, G. nr.139, Ule afd, tot
het doen van uitgaven geraamd-op de nog niet goed
gekeurde begrooting voor 1940.
Al deze stukken-worden voor kennisgeving aangenomen
fBrief van Th.A. Benning te Bergen op Zoom dd.
28 December 1939 om te worden aangesteld als gemeen
te-ooziehter voor het bouwtoezicht. De voorzitter
zet uiteen, dat Benning bij spreker is geweest. Ook
burgeroeester en wethouders he.ooen het geval behan
deld en stellen voor het bouw-, woning-, en welstands
toezicht opgedragen te laten aan de commissie die
daartoe door de streekplancommissie is ingesteld.
Deze commissie heeft deskundige ambtenaren, die
geheel vrij staan van de bouwers en aannemers in de
gemeente. Hoewel in het begin nu en dan moeilijkhe
den voorkwamen, gaat men langzamerhand algemeen in
zien, dat genoemde commissie een onmisbare en nutti
ge instelling is. De gemeente draagc jaarlijks i.
bij in de kosten van het toezicht. Hoe gaarne ze
adöessant ook van dienst zouden willen zijn, steller
Burgemeester en wethouders voor het-bestaande te
handhaven en adressant te berichten, dat-niet op
zijn voorstel wordt ingegaan. Aldus besluit de raad.
g. Brieven van Gedeputeerde Graten van Noord-Brabant
dd. 26/31 Januari 1940, G. nr.412 en 28 februari
1940 G. nr.473, inzake beroep van den hoofdinspecteur
van het lager onderwijs tegen het besluit van den
raad fan 20 November 1939 tot vaststelling van het
voorschot ingevolge art. 101 der lager onderwijswet
1920 voor 1940.
De voorzitter leest voor zijn brief van 31 Januari
1940 no.2006, zijnde het antwoord opeerstgenoemd
schrijven. Hij meent, dat de daarin vervatte argu
menten de motievering van het raadsbesluit van 20
November 1939 juist weergeven. Spreker heeft het
dan ook niet noodzakelijk geacht het besluit van
den raad nog eens mondeling toe te lichten op de
vergadering van Gedeputeerde Staten van 20 Maart j.l en
B
Hij stelt voor de beslissing van Gedeputeerde Staten
af te wachten. Mocht blijken, dat het voorschot te
gering is dan zal het schoolbestuur te zijner tijd
wel met een voorstel tot verhooging komen, meent hij
en dan zullen Burgemeester en wethouders wel nader
met een voorstel komen.
h. Yerzoek van de fi.K. Parochiale school alhier tot
uitbetaling van een voorschot op de vergoeding inge
volge artikel 101 der lager onderwijswet 1920 voor
1940. De raad kent het verzochte z.h.st. toe.
Naar aanleiding van den brief van Gedeputeerde re
Staten van NoordöBrabant dd. 11 October 1939, G.nr. lr
88, Ille afd, stelt de raad vast de tweede verorde
ning tot wijziging van het arbeidsovereenkomsten-
besluit der gemeente Huijbergen.
Burgemeester en wethouders stellen voor de gemeen
te bij de firma J.C.J. Knegt en Zonen te Amsterdam
voor 10 jaren tegen een jaarpremie van f.10 te ver
zekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid en wel n
op de ter tafel aanwezige woorwaarden, waarvan de
voorzitter de voornaamste voorleest. Ter toelichting
van het voorstel merkt de voorzitter ongeveer het
volgende op. Zooals de toestand thans is, zal de
gemeente gemakkelijk aansprakelijk kunnen worden
gesteld voor nadeelen aan derden veroorzaakt door
ongelukken, welke zijn teweeggebracht door hande
lingen of nalatigheden van de gemeente of personen
en instellingen die namens haar optreden. Bijvoorbeeld
IQ