worden vergoed/., zijn opgesomd in het ontwerp
besluit van b. en w., en worden door den voor
zitter nog eens uitvoering uiteengezet.
De heer FJBuermans *lzn denkt, dat de raad
er tooh wel niet aan zal kunnen ontkomen deze ui',
gaven te vergoeden. De heer P.J.B.Buermans acht
het verstrekken van koffie aan schoolkinderen
zeer nuttig.
Na eenige discussie zegt de voorzitter nogmaals
dat hij aan het nut van de uitgaven niet twijfel,
maar aangezien ze deels niet het lager onderwijs
betreffen en deels niet zijn gestiafd door reke
ningen laat de wet niet toe de uitgaven te
ve rgoeden.
Be Biaad besluit zonder hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel van B. en I.
Na afhandeling van de agenda geeft de Voor
zitter gelegenheid tot het stellen van vragen,
waarvan de heer P.J. Buermans Bzn gebruik maakt.
a. allereerst vraagt hi$. of reeds begonnen is
met verstrekken van B»steun 1938. Het antwoord
van den voorzitter luidt, dat eerst onlangs de
daarop betrekking hebbende circulaxre van den
Minister van Sociale Saken is verschenen en dat
nu spoedig een subsidie van het rijk zal worden
aangevraagd. Het B.comité' zal in voorkomende ge
vallen moeten beslissen of en zoo ja Welke steun
zal worden verleend.
b. De heer Buer mans merkt verder op gehoord te
hebben, dat het tweede aandeel van de gemeente
in de opbrengst van de collecte voor het Kleedi^
Schoeisel en Dekkingsfonds niet onder de daarvoc
in aanmerking komende personen is verdeeld. Op
verzoek van den Voorzitter antwoordt de secretaris,
die o.m. de administratie van de spaarregeling bij
houdt, dat het tweede aandeel in de collecteopbrengst
evenals de eerste inderdaad aan de daarvoor volgens de
gestelde regelen in aanmerking komenden, is verdeeld.
Wil de heer Buermans nadere zekerheid hieromtrent dan
zouden B. en W. de geldelijke administratie even na i
moeten zien.
De Voorzitter zegi dat hij dergelijke vragen, die
slechts na kennisneming der geldelijke administratie
kunnen worden beantwoord, ongeveer acht dagen voor de
vergadering schriftelijk van den vrager wenscht te
ontvangen, dan kan de Voorzitter afdoend antwoorden
en de steiler der vragen bevredigend de vergadering
verlaten, hetgeen nu niet het geval is.
Lc heer Buermans acht dit echter niet mogelijk orn
aat de raadsvergaderingen gewoonlijk slechts eenige
dagen tevoren worden uitgeschreven.
c. Ten slotte roert de heer P.J. Buermans de uitzen-
uing van landarbeiders naar Duitschland aan. Spr.
betoogt, dat aan het werken in Duits chland vele bezwa
ren zijn verbonden. Br wordt veel over geklaagd door
personen die thans reeds terug zijn gekeerd uit
DuitschlandNu is hier een persoon vrijwillig naar
iuithchland vertrokken, een andere zal ook vrijwillig j
gaan zoodra de gelegenheid er is en een derde die zich
aog maar pas heeft opgegeven is reeds geruimen tijd. 1
werkloos. Spreker vraagt den Voorzitter dien persoon/
zich toch ondanks de besproken nadeelen opgeeft voor
Duitschland, in de werkverschaffing te doen opnemen.
Omtrent di^ beweerde nadeelen weet de voorzitter te
vermelden, dat die meestal ongeloofwaardig zijn, want
ze komen uit den mond van de personen, die meestal
de slechtste arbeiders zijn. Wanneer we klaarheid
zouden willen hebben over de gegrondheid der klachten
van personen, die nu reeds zijn terug gekeerd, dan