b. Proces-verbaal Inzake de openeming der kas en
boeken van den gemeente-ontvanger, door Burgeinees
ter en Wethouders gehouden op 28 Juni 1937, waar
bij is gebleken, ctat in kas moest zijn en aanwe
zig was een bedrag van f.7218,74, terwijl het
fondsenbezit der gemeente eveneens aanwezig en in
orde is bevonden.
Genoemde stukken neemt de raad voor kennisge
ving aan.
2. Op verzoek van den Voorzitter leest de secre
taris voor de door het Burgerlijk Armbestuur te
Huijbergen ingezonden rekening dier instelling
over 1936. Iet totaalbedrag der inkomsten be
draagt f.253,50, dat der uitgaven f.96,46het
batig saldo f.157,04.
De raad besluit aan dit stuk zijn goedkeuring
te verleenen»
3. Evenzoo besluit de raad goed te keuren de door
het Burgerlijk armbestuur ingezonden begrooting
voor 1938, waarbij het bedrag der geraamde in
komsten en uitgaven voor dat jaar zijn vastge
steld op een bedrag van f.1177,82 en de post
onvoorziene uitgaven op f.78,22.
4. De Voorzitter deelt mede, dat er reeds langen
tijd twijfel bestaat aan de juistheid van de be
schrijving v^m het gemeentewapen, zooals die is
vastgelegd door den Hoogen Raad van Adel op 16
Juli 1817. De Hooge kaad van Adel heeft de figu
ren, voorkomende op het schepenzegel van Huijber
gen als voorbeeld van het wapen der gemeente geno
men en van die figuren een beschrijving trachten
te geven. _oo is vermeld, dat er de H. Hubertus
op voorkomt met een Jezuskindje op den arm. Dit
is een ongerijmdheid. De bedoelde figuur moet be—
paaldeli j_k_
5
paaldelijk Onze Lieve Vrouw zijn, temeer waar ook
de parochie is toegewijd aan O.L.Vrouw, terwijl
Parochie en Burgerlijke gemeenschap vroeger een
waren. Nog andere figuren zijn verkeerd aangeduid;
ook verschillende kleuren zijn niet juist. De juis
te omschrijving van het wapen alsmede de juiste
kleuren zijn thans medegedeeld door den Rijksarchi
varis in Noord-Brabant. Deze ambtenaar raamt de to
tale kosten van de wijziging op f.22,50. Burgemees-
ter en Wethouders stellen nu voor aan de Kroon een
v' I
verzoek te richten tot wijziging van het wapen in
den zin als aan te geven door genoemden Rijksarchi
varis, waartoe de raad zonder hoofdelijke stemming
besluit (brb-624).
De Voorzitter leest voor de reclames welke zijn
ingekomen op den aanslag in de hondenbelasting 1937.
(brb,nrs- 528, 529, 572).
De heer Adr. Buermans verzoekt zijn aanslag van
f.3 op f1,50 terug te brengen aangezien zijn hond
nooit losloopt. B. en W. stellen voor zulks te doen
Zij zullen adressant echter mededeelen, dat weer een
voorstel tot verhooging van den aanslag zal worden
gedaan indien blijkt, dat de hond loskoopt.
De heer Jac. Goris maakt er bezwaar tegen, dat hij
is aangeslagen voor 1 losloopende en 2 vastliggende
konden. Van elke categorie heeft hij slechts 1 hond.
Be tweede vastliggende welke een tijdje op zijn erf
is geweest was van een kostganger, de kommies Op de
Beek.
Burgemeester en Wethouders stellen voor den aan
slag van Goris te verlagen met f.1,50 en de heer
Op de Beek aan te slagen voor f.3,00.
Be heer C.A. Moerman vraagt ontheffing van de be
taling van hondenbelasting omdat hij op 28 April
1937