V'.
b. Verzoek van Directeur Prencken te Breda om
uit de gemeentekas voor 1937 een subsidie van
f.50 te mogen ontvangen voor het R.K. vrouwelijk
jeugdwerk in het Bisdom Breda. Namens Burgemees
ter en wethouders zegt de Voorzitter dat hun.
College dit jeugdwerk ten zeerste prijst. Aan
gezien er te Huijbergen niet veel meisjes zijn
achten zij in verband met den slechten finan-
cieelen toestand toch niet voldoende termen aan
wezig om een bedrag van f.50 beschikbaar te steIj
len.
De i%ad besluit z.h.st. afwijzend op het ver
zoek (doss.ll-17c
c. Verzoek van de N.Br. R.K. Blindenzorgvereani-
ging St. Antonius van Padua te Den Bosch dd.
Augustus 1936 (doss.9-17.) om in 1937 een subsi
die te mogen ontvangen.
Namens Burgemeester en Wethouders wordt mede
gedeeld, dat aan deze vereeniging telken jare eeri
subsidie van f.10 is toegekend. Zij stellen voor
voor 1937 weer een bedrag van f.10 toe te kennen
(doss.10-17cwaartoe de Raad besluit.
d. Brief van Gedeputeerde Staten van Noord-^rabar
van 15 Juni 1936, G.nr.ï, Ille afd., gericht aan
Burgemeester en wethouders, inhoudende aanwijzin
gen omtrent verantwoording der kosten van het or'
denen en beschrijven van gemeentearchieven.
De Voorzitter vermeldt namens Burgemeester en
wethouders, dat deze brief een antwoord bevat op
de door hen gestelde vraag of de kosten van het
ordenen en beschrijven der archieven ten laste va|n
den kapitaaldienst mogen worden gebracht. De
Rijksarchivaris in Noord-Brabant had medegedeeld,
dat de kosten f.450 per jaar zouden bedragen en dat
de ordening twee jaren zou duren. Be totale kosten
zouden dus f.900 beloopen. Burgemeester en wethouders
achten dit bedrag voor Huijbergen zoo hoog, dat deze
uitgavep niet kan worden gedragen door den gewonen
dienst van een jaar. Hoewel zij gaarne zouden over
gaan tot ordening, komt toch de vraag op -zegt de
Voorzitter- of het niet gewenscht is de ordening
in verband met de slechte financieele tijdsomstan
digheden tot gunstiger tijden uit te stellen.
De Baad besluit z.h.st. thans geen gelden beschik
baar te stellen voor het ordenen en beschrijven van
het gemeentearchief en Burgemeester en wethouders te
verzoeken de archieven voorloopig zoo goed mogelijk
op te bergen en de ordening uit te stellen tot gun
stiger tijden (doss. 8-51).
Nu gebleken is, dat C. Luijsterburg A.46b te Huij
bergen in den loop van het jaar een hond is gaan
houden, is het volgens den Voorzitter noodzakelijk
het kohier voor de hondenbelasting aan te vullen.
Hoewel betrokkene den hond voor vastliggende aangaf
is het spreker toch£ bekend, dat deze veelal losloopt'
De Raad besluit de aanslag te bepalen op x f .1,5;
of f.0,75 en Burgemeester en wethouders te machtigen
betrokkene f.1,50 te laten betalen indien blijkt,
Bat de hond losloopende is.
De Voorzitter zegt, dat de Raad ingevolge artikel
179 der gemeentewet de betrekkingen der gemeente
moet aanwijzen, welke bij eventueele vacature door
capitulanten moeten worden aangevuld. Aangezien
er in deze gemeente geen betrekkingen zijn die voor
aanwijzing in aanmerking komen, stelt hij voor de
Kroon te verzoeken van genoemde verplichting onthef-