tijevak van vijf jaren afwijking toe te staan van een eischgesteic. in het eerste lid van artikel 19 der Lager Onderwijswet 1920. Be Voorzitter bespreekt na voorlezing den brie van den Commissaris der Koningin in Kooröbrabant del. 19 September 1935, Ag.nr.956, Kabinet, om trent de invoering van een centraal bouw-wonin en welstandstoezicht, uitgeoefend door de Ambté naren van de StreghplancommissiesLe Commissari dringt er bij de gemeentebesturen op aan toe te treden. Le heer Luijkx vraagt wat debedoeling van het toezicht is, waarop de Voorzitter antwoordt, cat cfe ambtenaren de ingekomen plannen moeten toetse: a"ah de eischen der bouwverordening. '..ij hebben 'in deze gemeente geen personen, die de teekenin- gen onbevooroordeeld kunnen onderzoeken. Namens burgemeester en Wethouders merkt hij op dat zij "in principe wel vóór aansluiting zijn, doch* dat zij bezwaar hebben tegen de kosten. Wanne er voor het onderzoeken van teekeningen van schuren, loodsen, veestallen en dergelijke gehou wen ook' f.1,- per 100 m3 moet worden bijgedragen zal dit toezicht voor ce Huijbergeriaren veel te duur zijn. Le Raad verzoekt Burgemeester en Tiethouders bij den Commissaris der Koningin te informeeren of de vastgestelde tarieven inderdaad voor alle gebouwen, zonder onderscheid, gelden, be Raad stelt zijn beslissing uit. Naar aanleiding var:, het schrijven van Hoeren Gedeputeerde Staten van -.oordbrabant dó. 25 September 1935, G.nr.22/71, Ille afdesling, trekt de Read in zijn besluiten van 9 Juli 1935 en van ter iris ik ;r en van 3 -september 1.935 tot „vaststelling van Verorde ningen tot wijziging van de Algemeene Polit.iever- p.. ordening voor deze gemeente. en be Voorzitter zegt, dat in deze gemeente de bossch bouw- en weiland enz. zeer v rantreinigc worden, doordat allerlei vuilnis op 'andermans eigendommen wordt gedeponeerd, zonder to -.stemming van de eige naren. Om aan deze slechte gewoonte paal en perk te kunnen stellen, adviseeren Burgemeester en Wethouders een artikel 153a toe te voegen aan de Algemeene 3 Politieverordening, luidende als volgt: "Het is verboden zonder toestemming van de eige- "naars (van perceelen bouw- en weiland, bosch, heide. "moeras, zandgronden enz.) vuilnis, waaronder wordt "begrepen porcelein, aardewerk, glas, kruiden, plan-I u'cn, oiuij zertin, lood, lederwerk, bedde goed enz- us us pont. eren op andere plaatsen dan op de daarvoor "vanweze de gemeente aangelegde en beschikbaar :e- "ste1de vuilnisbelt". Ie Voorzitter zegt, dat thans een gemeentebelt is aangelegd in de eerste zijweg rechts van de .berg- j sche baan, welke belt is'gelegen bij de perceelen, kadastraal' bekend sectie A. nos. 548 en 466. Hanneer de voorgestelde bepaling wordt opgenomen kan men zich niet meer erop beroepen, dat men niet weet, -waar met de vuilnis te blijven. Le Raad neemt de door Burgemeester en Wethouders aangeboden verordening zonder hoofdelijke stemming aan, waarbij tevens aan de Algemeene Politieverorde ning wordt toegevoegd een artikel 228a betreffende -bestrijding van hst houden van vogels—Lr donker ge- - maakte kooien. Leze laatste bepaling is-geredigeerd 3r- pl a. 3 P— zooals ia aangegeven in den brief van Reeren Gedepu teerde Staten van hoordbrabant del. 25 September 1935, Gnr22Lv 1Ille afdeeling. .B f dj i L>b 'O 3* p

Raadsnotulen

Huijbergen: 1935-1996 | 1935 | | pagina 28