li.
Ingekomen zijn de volgende stukken;
a. Verzoek van de N.Br. R.K. Blindenzorg-
vereeniging St.Antonius van Padua om een subsicli?
uit de gemeentekas voor 1956. Op voorstel van
B. en W. besluit de Raad een subsidie van f.10,-
te veria enen.
b. besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant van -22 Mei 1935, nr.305, waarbij is goed
gekeurd de 2e begrootingswijziging 1935 van 11
Mei j.1.
c. Koninklijk besluit van 7 Mei 1935, nr.21,
waarbij is goedgekeurd de op* 30 Maart 1935 vast
gestelde verordening op de heffing van 35 opcente;
op de gemeentefondsbelasting.
Dé stukken onder b en c vermeld worden voor
kennisgeving aangenomen.
De Raad stelt vervolgens vast nieuwe verorde
ningen op de heffing en invordering van vergun
ningsrechten ingevolge de Drankwet S1931,no476
De verordeningen zijn dezelfde als de thans gel
dende met dien verstande, dat voortaan als grond
slag voor berekening van het vergunningsrecht
wordt aangegeven de jaarlijks te schatten huur
waarde, die de localiteit in verband mot den om-
zet van sterken drank in het bedrag f, waarvoor de
vergunning strektkan geacht women te bezitten.
Burgemeester en Wethouders bieden den. Raad ter
vaststelling aan;
a. nieuwe verordeningen op de heffing en invorde
ring van besmettelijke ziektengeIdenen wel naar
aanleiding van iden brief van Gedeputeerde Staten
van Noordbrabant van 22 Mei 1935 G.nr.285, Ie aia.
b. de ontwerpen van de 6e begrootingswijziging 1934
en van de 3e begrootingswijziging 1935.
c. nieuwe verordeningen op de heffing en invordering
van secretarieleges en van leges voor verrichtingen
van de Ambtenaren van den burgerlijken stand.
De Raad stelt de aangeboden besluiten zonder
hoofdelijke stemming vast.
Bij de behandeling van de verordening tot heffing
van secretarieleges vraagt de heer P.J.Buermans of
voor vergunningen tot coilecteeren ook leges worden
geheven. De Voorzitter antwoordt, dat de meeste van
die vergunningen wel ingevolge den of andere wet
vrijgesteld zullen zijn van leges.
Naar aanleiding van de reeds vermelde 3e begroo
tingswi jziging voor den. dienst 1935, waarin de
posten betreffende de werkverschaffing worden be
handeld, spreekt de Voorzitter de hoop uit, dat
de werkloozen meer dan voorheen zullen trachten
werk in het vrije bedrijf te verkrijgen. Vorige
jaren op dezen tijd was de werkverschaffing reeds
stopgezet.
neer P.J.Buermans antwoordt hierop, dat alle
werkloozen toen bij het stopzetten der werkverschaf
fing nog geen werk hadden in het vrije bedrijf. Als
de werkverschaffing stopgezet werd, moesten velen
zich tot het armbestuur wenden. Spreker hoopt, dat
dit jaar de werkverschaffing zal worden voortgezet
zoolang het noodig is.
van Oers zegt, dat hij mt nerkloo-
zen over deze kwestie gesproken heeft. Zij hebben
beloofd zooveel mogelijk werk in het vrije bedrijf
te zoeken.