L_
Hierna deelt de Voorzitter den inhoud van de vol
gende ingekomen stukken mede:
a. Besluit van Gedeputeerpüe Staten van Noord-
dd.10 April 1935, G.nr.217, Ille afd.
Brabant/waarbij de presentiegelden voor de leden
van den Raad met' ingang van 1 Mei 1935 worden
vastgesteld op f.2 per lid per bijgewoonde ver
gadering.
b. Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-
brabant ad. 3 April 1935, G«nr.349, Ille afd.,
waarbij de pensioensgrondslag van Burgemeester
Sijstermans met ingang van 1 Januari 1955 wordt
vastgesteld op f.1750,- met uitnoodiging aan den
Raad voortaan de noodige wijzigingen in dien
grondslag zelf aan te brengen.
c. Verzoek van de Commissie tot voorbereiding van
werkverruiming in westelijk Noordbrabant om een
subsidie voor 1935 van 1 cent per inwoner te
mogen ontvangen.
Hieromtrent deelt de Voorzitter namens Burge
meester en Wethouders mededat zxj met twij te
len aan de ijver en de nuttige werkzaamheden der
Commissie, doch daa^ zij nooit een arbeider uxt
Huijbergen heeft geplaatst stellen B. en V»'- voor
afwijzend óp het verzoek te beschikken.
De Raad besluit overeenkomstig dit voorstel.
d. Verzoek van eenige leden van Het Gverberg
van-8 Mei 1935 om het electrisch net uit te orei-
tot aan hun woningen.
B. en vreezen, dat de uitbreiding niet zql
renoeeren. De P.N.E.M. heeft de zaak reeds opper
vlakkig bekeken. Deze maatschppij m^ent, dat het
in veroand met de geringe afname van stroom niet
te verantwoorden is ae te verwachten groote kos
te maken»
De Heer Nelen merkt op, dat ook.de bewoners van
"De Vleet" onder Wouw nog geen aansluiting hebben.
Wanneer B. en W. de aandacht van de P.l.E.M. hierop
vastigl^is deze instelling misschien wel bereid een
afzonderlijke laagspanningskabel te leggen voor rhet
©verberg en de Vleet te samen.
De Raad stelt het verzoek in handen van B. en Y<
hen uitnoodigenae een begrooting van de kosten der
uitbreiding te laten opmaken en in een volgende
vergadering met gedetailleerde voorstellen te komen,
d. Brief van den Minister van Economische Zaken
van 18 April 1935, no.19361 J.A. afd.Handel en
Nijverheid, waarin bezwaar wordt gemaakt tegen de
in de winkelsluitingsverordening opgenomen gelegen
heid tot openstelling van winkels gedurende de
Pinksterdagen wanneer de Missietentoonstelling
wordt gehouden. Bovendien stelt de Minister eenige
andere onuergeschikte wijzigingen van de op 30 Maart
j.i. vastgestelde verordening voor. De Raad stelt
-met intrekking van de vorige- een nieuwe winkel-
sluitingsverordening vast, waarin aan de wenschen
van den Minister wordt voldaan.
Bovendien wijst de Raad de hierna genoemde daggen
aan, op welke de bepalingen der winkelsluitingswet
niet van toepassing zullen zijn. Deze dagen zijn/
1. Oude jaarsdag, 2 Nieuwjaarsdag, 3 Driekoningen
4. Paaschzaterdag, 5 Paaschmaandag, 6 Hemel
vaartsdag,'7Sacramentsdag, 8. Zaterdag voor Pinkste
ren, 9. Tweede Pinksterdag, lO.O.L.Vr.Hemelv/aabts-
hag, 11.'Zaterdag voor Allerheiligen, Allerheiligen,
13.Allerzielen, 14. Zaterdag voor Kerstmis, 15
Tweede Kerstdag.
6. De pensioensgrond-
m-
n
h
ige
m