wel niet partij zijn of partij geweest zijn bij een
aanmelding, mits zij zijn geboren of geadopteerd voor
zijn aftreden is ingegaan of in de periode waarin hij
recht heeft op uitkering terzake van het aftreden.
b. de kinderen ten opzichte van welke aan een mannelijke
wethouder, gewezen of gepensioneerde wethouder ten
tijde van zijn overlijden een onderhoudsplicht krach
tens artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wet
boek was opgelegd, dan wel door hem bij authentieke
akte een dergelijke verplichting was erkend, onder
dezelfde voorwaarden als genoemd in onderdeel a, en
c. de kinderen voor welke de wethouder, de gewezen of
gepensioneerde wethouder ten tijde van zijn over
lijden de pleegouderlijke zorg droeg, onder dezelfde
voorwaarden als genoemd in onderdeel a, met dien
verstande dat in plaats van het tijdstip van geboorte
of adoptie het tijdstip van aanvang van de pleeg
ouderli jke zorg in aanmerking wordt genomen.
2. Artikel 23, derde en vierde lid, is van overeenkomstige
toepassing ten aanzien van het gestelde onder a van het
eerste lid
3. Onder pleegouderlijke zorg bedoeld in het eerste lid,
onder c, wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de
opvoeding van het kind, als was het een eigen kind, onaf
hankelijk van enige verplichting daartoe of van het genie
ten van een vergoeding daarvoor."
Artikel VI
Artikel 29a, eerste lid komt als volgt te luiden:
"Artikel 29a Berekening nabestaandenpensioen tussen 31 de
cember 1994 en 1 januari 1996
1. Dit artikel is uitsluitend van toepassing op pensioen
berekeningen over diensttijd tussen 31 december 1994 en 1
januari 1996."
Artikel VII
Artikel 30, eerste en tweede lid komen te luiden als volgt:
"1. Het bijzonder nabestaandenpensioen wordt op dezelfde wijze
berekend als een nabestaandenpensioen, met dien verstande
dat slechts de diensttijd meetelt die gelegen is vóór de
ontbinding van het huwelijk dan wel vóór het tijdstip
waarop de aanmelding is geëindigd.
2Indien er recht bestaat op meer dan een nabestaandenpen
sioen als bedoeld in artikel 25, eerste of tweede lid,
vindt het eerste lid overeenkomstige toepassing met dien
verstande, dat voor de berekening van het bijzonder nabe
staandenpensioen, ontleend aan elk huwelijk en elke aan
melding waaraan een eerder huwelijk dan wel een eerdere
aanmelding voorafgaat, slechts de diensttijd meetelt die
samenloopt of geacht kan worden samen te lopen met de
huwelijksduur dan wel de duur van de aanmelding."
Artikel VIII
Artikel 31 komt te luiden als volgt: