Artikel 3 Belastingplicht De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt. Artikel 4 Vrijstellingen Het recht wordt niet geheven ter zake van het begraven van onvoldragen doodgeboren vruchten, waarvan geen aangifte aan de ambtenaar van de burgerlijke stand behoeft te geschieden. Artikel 5 Maatstaf van heffing 1 De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarie ven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarie- ventabel 2 Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als volle eenheid aangemerkt Artikel 6 Belastingjaar Met betrekking tot de rechten die per jaar worden geheven is het belastingjaar gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende kennisgeving waarop het gevorderde bedrag is vermeld. Artikel 8 Termijnen van betaling De rechten moeten worden betaald binnen 14 dagen na de dagte kening van de schriftelijke kennisgeving. Artikel 9 Kwijtschelding Bij de invordering van de lijkbezorgingsrechten wordt geen kwijtschelding verleend. Artikel 10 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden 1 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar. 2 Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer gemeenteambtenaren aanwijzen die in zijn plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van de rechten. Artikel 11 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen. 2

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1996 | | pagina 384