Artikel 10 Wijze van heffing
De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.
Artikel 11 Aangifte
1 De belastingplichtige aan wie niet binnen een maand na
afloop van het belastingjaar een aangiftebiljet is uitge
reikt of een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen
veertien dagen na afloop van die maand bij het college van
burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek in te
dienen om uitreiking van een aangiftebiljet.
2 Het formulier van het aangiftebiljet wordt bij afzonder
lijk raadsbesluit vastgesteld.
Artikel 12 Aanslaggrens
Geen belastingaanslag wordt opgelegd indien het aantal over
nachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, gedurende
het belastingjaar minder dan 10 zal of heeft belopen.
Artikel 13 Voorlopige aanslag
Na de aanvang van het belastingjaar, doch niet voor 1 mei, kan
aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opge
legd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag over dat jaar
vermoedelijk zal worden vastgesteld.
Artikel 14 Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald in twee gelijke termijnen
waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand
volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet
is vermeld en de tweede twee maanden later.
Artikel 15 Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
1 Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot
het verlenen van schriftelijke toestemming met betrekking
tot het verdagen van de uitspraak op het bezwaarschrift
voor ten hoogste een jaar.
2 Het college van burgemeester en wethouders kan een of meer
gemeenteambtenaren aanwijzen die in zijn plaats treden met
betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling
betreffende de heffing en invordering van toeristenbela
sting.
Artikel 16 Verzending van aanslagen
Het college van burgemeester en wethouders kan bepalen dat voor
de toezending of uitreiking van aanslagbiljetten, ingevolge
artikel 8, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221)
voor de betrokken in artikel 212, tweede lid, van de Gemeente
wet (Stb. 1994, 672) bedoelde gemeenteambtenaar een andere
gemeenteambtenaar in de plaats treedt.
Artikel 17 Nakoming van verplichtingen
De verplichtingen, bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de
Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de
artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221), dan
wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatre-
3