Daarnaast kan in de toekomst met de groep worden bezien welke structurele activiteiten voor hen kunnen worden opgezet. Gaande het project kwamen er meerdere groepen waarvoor aandacht van het straathoekwerk nodig was: groepen in Bovendonk, de Weze- maal en in het Lindenplantsoen. De straathoekwerker heeft met deze groepen contacten gelegd en is bezig een vertrouwensrelatie op te bouwen. Mogelijk kan de inloopavond in de dependance ook voor hen worden opgezet. Het opzetten van overige activiteiten wordt bezien. ad. b Signaleren en bemiddelen naar hulpverlening. Twee-wekelijks vindt er overleg plaats tussen gemeente, straat hoekwerk en politie. De actuele stand van zaken en ingekomen signalen worden besproken. Ontwikkelingen kunnen goed worden gevolgd en zonodig vindt bijsturing plaats. Het overleg wordt door de 3 deelnemende partijen positief gewaardeerd. De straat hoekwerker heeft contacten gelegd met meerdere maatschappelijke instellingen, waaronder Buro Halt, CAD en scholen. Door deze netwerkontwikkeling is het voor de straathoekwerker mogelijk problemen bij jongeren te signaleren en hen zonodig met de juiste instanties in contact te brengen. In de praktijk hebben deze verwijzingen al plaats gevonden. Daarnaast nemen maatschappelijke instellingen inmiddels ook op eigen initiatief contact op met de straathoekwerker over bepaalde jongeren. ad. c Probleemgedrag beëindigen. De activiteiten zoals bovenstaand omschreven hebben uiteraard ook een uitwerking op het tegengaan van probleemgedrag. Het meeste is gewerkt met de groep rondom de sit-in. Inmiddels is de overlast rondom de sit-in afgenomen. Doordat de jongeren weer een structu rele daginvulling hebben, is de behoefte om iedere avond in grote getale bijeen te komen afgenomen. Met drugs wordt bewuster omge gaan. Het contact met de andere groepen is nog te kort om de resultaten hiervan nu al te evalueren. ad d. Relatie project jongerenwerk. Door de bemoeienissen van het straathoekwerk kan het jongerenwerk zich meer richten op de eigen doelgroep zonder steeds rekening te hoeven houden met deze groep(en). Het is niet mogelijk om con creet aan te geven hoeveel tijd er binnen het project jongeren werk is vrijgekomen als gevolg van het straathoekwerk. Wel is het duidelijk, dat er tussen de beide projecten een wisselwerking plaatsvindt met positieve gevolgen. Voor jongeren die bij het jongerenwerk buiten de boot (dreigen te) vallen, vormt het straat hoekwerk een vangnet-functieHet straathoekwerk probeert jonge ren te zijner tijd weer naar het jongerenwerk toe te leiden. Hierdoor bereikt het jongerenwerk uiteindelijk een groep jongeren die zij zonder straathoekwerk niet zou hebben bereikt. Wij komen tot de conclusie, dat er in de korte tijd dat het project loopt duidelijke positieve veranderingen waarneembaar zijn en dat de straathoekwerker er in is geslaagd om het project op een verantwoorde wijze in te vullen.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1996 | | pagina 283