- aan de situering van het bouwwerk worden eisen gesteld om ernstige inbreuken in het landschapsbeeld te voorkomen. Dit houdt bijvoorbeeld in dat, wanneer het perceel gelegen is langs een openbare weg, de bebouwing in één lijn moet plaatsvinden met de bestaande bebouwing (in het algemeen circa 10 meter uit de weg) Op 1 mei 1996 hebben Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant een verklaring van geen bezwaar afgegeven voor het bouwplan van de heer Schouw met als nadere overwegingen dat hulpgebouwen voor hobbymatige doeleinden op afstand van de woning van de bouwaanvra- ger in principe niet zijn toegestaan, maar dat het bouwplan op deze lokatie, gezien de kernrandsituatie ter plaatse met een duidelijke stedelijke invloed alsmede de situering in aansluiting op de reeds bestaande bebouwing, toch aanvaardbaar is. Wij kunnen op zich met deze nadere normering instemmen en zullen ingediende bouwplannen voor hobbymatige agrarische activiteiten op deze normen beoordelen. Het bouwplan voor de ponystal voldoet niet aan deze normen voor wat betreft de ligging in kernrandgebied en aansluiting op be staande bebouwing. Toch menen wij dat er goede redenen zijn om in dit geval van deze algemene normering af te wijken en medewerking te verlenen aan het bouwplan. Door aankoop en inrichting van deze gronden heeft de gemeente al een aanzienlijke investering gedaan in bos- en landschapsontwikkeling. Gebruik van een gedeelte als paardenwei past in het inrichtingsplan en bespaart onderhoudskos ten. Een onderkomen voor deze dieren kan niet gerealiseerd worden in aansluiting op bestaande bebouwing. Het bouwplan is beperkt tot het noodzakelijke, het betreft een kleine stal van nog geen 16 m2Als het perceel nog in gebruik was voor een agrarisch bedrijf was op grond van de voorschriften van het bestemmingsplan een schuilgelegenheid van 50 m2 mogelijk. De situering nabij de 'hoek' van het brede wandelpad en de scheidingssloot in het perceel vormt naar ons oordeel geen ernstige inbreuk in de land schappelijk opzet van dit gebied. Omdat de bestemming van het perceel 'Agrarisch gebied met land schappelijke waarden' uitsluitend bebouwing toelaat ten behoeve van agrarische bedrijven stellen wij voor om voor dit bouwplan een voorbereidingsbesluit te nemen, zodat het bouwplan via de procedure van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening kan worden afgehandeld. Wij stellen verder voor ons college te machtigen om de procedure af te handelen. Wethouder Brans neemt m.b.t. dit voorstel een minderheidsstand punt in. De commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Financiën is gehoord. Èen lid kan zich niet vinden in het voorstel. Overi gens stemt de commissie in met het voorstel. Burgemeester en wethouders van Hoeven. A.F.W. Osterloh, burgemeester. P.J. Detmers, secretaris. WKP6325F03/RA/r

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1996 | | pagina 130