Met betrekking tot de relatie met de Paraplunota werd in de
raadscommissie met name verwezen naar het zoneringsvoorstel
in deze nota. Dit zoneringsvoorstel betreft echter de
hergebruiksmogelijkheden van vrijkomende agrarische bedrij
ven. Geen van de drie raadsvoorstellen heeft hierop betrek
king. In de Paraplunota wordt ook uitgesproken dat verdere
verstening van het buitengebied dient te worden tegenge
gaan; een concrete vertaling hiervan moet plaatsvinden in
het nieuwe bestemmingsplan. Hoe dit exact vorm zal krijgen
is nog niet bekend, het streven is ook een regeling op te
nemen m.b.t. agrarisch-hobbymatige bebouwing. Of de voor
stellen m.b.t de paardenstal (Schouw) en de gereedschappen-
berging (Souljé) daarbinnen passen is uiteraard nu niet
vast te stellen.
Het voorstel m.b.t. Van Agtmaal zal nimmer passen binnen
een algemeen beleid, aangezien dit een uitzonderlijke situ
atie is. Vanwege deze situatie is een precedentwerking
moeilijk voorstelbaar.
Het voorstel m.b.t. dhr. Souljé is, zoals ook in het voor
stel zelf wordt aangegeven, gebaseerd op eerdere medewer
king door de raad aan een vergelijkbare situatie.
Hoeven, 22 februari 1996.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
WKP6215E05/OV