GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.: 8 Raadsvergadering d.d. 6 juni 1996
Onderwerp: Voorstel tot verlenging van de intergemeentelijke
samenwerking terzake van kinderopvang in 1996.
Hoeven, 28 mei 1996
Ter uitvoering van de (rijks-) Stimuleringsmaatregel Kinderopvang
1994-1995 heeft uw raad op 30 juni 1994 de notitie Kinderopvang
1994-1995 vastgesteld. Daarmee werd de samenwerking bestendigd
met de gemeenten Etten Leur, Prinsenbeek, Rijsbergen, Standdaar
buiten en Zundert. Deze gemeenten hebben hun rijksvergoedingen
gebundeld ondergebracht bij de centrumgemeente Etten Leur en
subsidiëren daarmee de kinderopvang door de Stichting De Marken-
landen.
Inmiddels is de genoemde stimuleringsmaatregel beëindigd per 1
januari 1996. De stimuleringsperiode heeft een werkingsduur gehad
van 6 jaar, waarin landelijk een forse uitbreiding van opvangcapa
citeit heeft plaatsgevonden: 50.000 kindplaatsen erbij, ongeveer
1.000 nieuwe voorzieningen in 600 gemeenten.
Ingaande 1996 zijn de gelden voor kinderopvang gedecentraliseerd
en toegevoegd aan het gemeentefonds. Aanvankelijk was het voorne
men om de budgetten 1996 vast te stellen op basis van de verdeel-
maatstaven in de beoogde Financiële Verhoudingswet 1997, cluster
Zorg. Dat bleek echter voor sommige gemeenten dusdanige negatieve
gevolgen mee te brengen dat het kabinet toch heeft besloten om
1996 te beschouwen als een overgangsjaar waarin instellingen en
gemeenten hun positie moeten gaan bepalen. Voor het budget bete
kent dit een voor elke gemeente gelijke korting van 17% in 1996
ten opzichte van 1995. Daarnaast heeft het ministerie van VWS in
het kader van de overbruggingsperiode 1996 de centrale bevoor-
schotting via Etten Leur gehandhaafd.
Als gevolg van de decentralisatie moeten de gemeenten een zelf
standig beleid inzake kinderopvang formuleren. Daarbij zullen
keuzen gemaakt moeten worden aangaande onder meer de financie
ringsstructuur, de verhouding tussen gesubsidieerde en bedrijfsge
richte opvangcapaciteit en toelatingscriteria voor gesubsidieerde
plaatsen.
Eind 1995 heeft bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de
samenwerkende gemeenten. Conclusie daarvan was dat het gewenst is
om voor 1996 als overgangsjaar de bestaande samenwerking te
verlengen en dat jaar te benutten voor de formulering van gemeen
telijk beleid en voor een ruime overlegperiode met De Markenlan-
den.
De gemeente Standdaarbuiten heeft inmiddels besloten om uit het
samenwerkingsverband te treden. De afwikkeling daarvan is in gang