- 16 - voor elk berekend niet tot bewoning bestemd gebouw de indeling in gebouwfuncties en energiesectoren, d. Voor elke berekende woning en voor elk berekend niet tot bewoning bestemd gebouw moet een overzicht van de invoergegevens worden bijgevoegd, met inbegrip van de voor de berekening nodige gegevens omtrent de bouwfysische eigenschappen van het bouwwerk en omtrent de daarin aan te brengen technische installaties, alsmede een aanduiding van het gebruikte rekenprogram ma bb. Bijlage 3 Gebruikseisen voor bouwwerken Artikel 2 Verlichting/elektrische installatie In lid 2 toevoegen na "uitgave 1988": "aangevuld 1992" bc. Artikel 8 Brandmeldinstallatie De tekst van dit artikel vervangen door: "De brandmeldinstallatie moet doeltreffend beheerd, gecontroleerd en onderhouden worden. Aan deze eisen wordt geacht te zijn voldaan, indien is voldaan aan het gestelde in NEN 2654, uitgave 1993. bd. Artikel 10 Brandblusinstallatie De tekst van dit artikel wordt vervangen door: "Voor het gebruik van de automatische brandbiusinstal latie moet te allen tijde een geldig certificaat, afgegeven door het Bureau voor Sprinkler beveiliging, aanwezig zijn." be. Na artikel 12 een nieuw artikel invoegen: "Artikel 12A Vluchtdeuren van overdruktrappehuizen De deuren die op de verdiepingen van gebouwen leiden naar een overdruktrappehuisals bedoeld in NEN 6092, moeten op ooghoogte zijn voorzien van een opschrift, luidende: "Bij brandalarm HARD DUWEN." bf. Artikel 14 Flessegasinstallatie In lid 6 "van maximaal 10 meter lengte" vervangen door: "overeenkomstig het gestelde in NEN 3324, uitgave 1965, aangevuld 1971. In afwijking van artikel 72, lid c, van NEN 3324 mag de maximale slanglengte voor een tijdelijke opstelling echter 10 meter bedragen."

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1996 | | pagina 121