en om uitvoerende taken, die juist voor de samenwerkende
gemeenten als geheel een meerwaarde kunnen opleveren. Op
grond van deze overweging is het dagelijks bestuur van mening
dat deze kosten ten laste dienen te worden gebracht van de
algemene dienst, en dus dat deze kosten dienen te worden
gedekt uit een bijdrage per inwoner. Dit komt neer op een
bedrag van f 2,04 per inwoner.
Wij merken hierbij op dat bij de start van de RMD deze algeme
ne kosten waren opgenomen in de exploitatie van de RMD, dat
wil zeggen dat ze waren doorberekend in het uurtarief. Wij
menen dat in een bedrijfsmatige opzet, zoals door de RMD
wordt voorgestaan, dergelijke overheadkosten doorberekend
dienen te worden in de tarieven. Door deze kosten uit de
exploitatie te houden wordt het uurtarief kunstmatig laag
gehouden (niet alleen voor de gemeenten maar ook voor de
provincie en eventuele derden)
Een doorberekening van deze overheadkosten in het uurtarief
leidt tot een verhoging van circa f 8,15 per uur.
Doorberekening via de algemene dienst kost voor de gemeente
Hoeven circa 8200 maal f 2,04 f 16.728,-. Doorberekening in
het uurtarief kost 960 uur maal f 8,15 f 7824,-.
Een uitzondering op dit standpunt kan eventueel gemaakt wor
den voor de kosten van coördinatie van natuur- en milieu-edu
catie door vaststelling van een apart tarief voor de uren die
gemeenten contractueel afnemen voor natuur- en milieu-educa
tie.
Naast deze opmerkingen over de overheadkosten merken wij het
volgende op. De begroting van de RMD voor 1995 gaat uit van een
raming van de RMD zelf van het aantal uren dat door de gemeenten
zal worden afgenomen. Zoals hierboven al aangegeven komt deze
raming niet overeen met de uren die contractueel zijn vastgelegd.
Wij zijn van mening dat de omvang van de RMD dient te worden
afgestemd op het aantal contractueel vastgelegde uren. Consequen
tie hiervan is dat wanneer gemeenten meer uren willen afnemen dan
contractueel is vastgelegd, de RMD hiervoor werk moet uitbeste
den. Het is daarom redelijk dat voor dergelijke extra-uren een
hoger tarief in rekening wordt gebracht.
Samenvattend wordt voorgesteld in te stemmen met ons voorlopig
standpunt
kennis te nemen van de Evaluatienota RMD 1994;
de aanloopverliezen te dekken uit een eenmalige bijdrage van
de gemeenten op basis van het aantal afgenomen uren in 1994;
de overheadkosten onder te brengen in het uurtarief;
de omvang van de RMD af te stemmen op het aantal contractueel
vastgelegde uren.