ad. B.
Het beleidsplatform zal bestaan uit de volgende deelnemers:
a. Stichting Groenhuysen -intramurale verzorging en verpleging.
b. Stichting de Markenlanden -extramurale zorg (thuiszorg),
tevens complementaire voorzieningen zoals Gekoordineerd
Ouderenwerk (GOW) en Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW)
c. Stichting Kruiswerk West Brabant -extramurale zorg.
d. Woningstichting St. Bernardus -aanleunwoningen, inclusief
de indikatiestelling.
e. Huisarts -algemene gezondheidszorg. Aan te wijzen op
voordracht van de Regionale Huisartsenvereniging RHV)
f. Gemeente -portefeuillehouder Welzijn.
Teneinde de medebepalende rol van de gemeente te
garanderen lijkt deelname van de portefeuillehouder als
gelijkwaardig lid onontbeerlijk. Aangevuld met een
ambtelijk sekretariaat geeft dit de beste garanties om het
voorgenomen beleid, zeker in de aanvangsfase, te
realiseren.
Terwille van de procesbeheersing zal het voorzitterschap
van beide platforms neergelegd worden bij de portefeuille
houder Welzijn.
Als vergaderfrekwentie wordt voorlopig gedacht aan 2 maal
per jaar, of zoveel meer als wenselijk is (bijvoorbeeld op
grond van rijks- en provinciebeleid)
Genoemde deelnemers hebben inmiddels toegezegd te willen
participeren in dit overleg, met uitzondering van de
vertegenwoordiger van de huisartsen die het verzoek tot
deelname in nader beraad houdt.
De huisartsen zullen een definitieve toezegging doen op
basis van de formele uitnodiging.
De eerste bijeenkomst is gepland op 27 september 1995.
adC
Het "werkterrein" van het beleidsplatform zal zich in eerste
instantie richten op de volgende onderdelen:
1. Ontwikkelen van een lange termijnvisie, waarin met name de
planning van zorg)voorzieningen aan de orde komt, alsmede
welke soort zorg gewenst/noodzakelijk is, beschreven in
termen van zowel kwaliteit als volume.
Verwacht mag worden dat deze beleidsvisie zich niet beperkt
tot de eigen lokale situatie, maar op onderdelen zelfs
gemeentegrens overstijgend zal zijn.
2. Inzicht in de verhouding tussen intramurale zorg en
thuiszorg.
3. Wat zal het konkrete aanbod zijn van de zorgdisciplines
zowel apart als gezamenlijk.
4. Bepaling van de omslagpunten in de zorg, met andere woorden
wanneer blijft betrokkene in de (aanleun)woning en wanneer
gaat hij/zij naar een intramurale setting.
5. Signalering van lacunes en overlappingen in de zorg en de
formulering van (beleidsstandpunten hierop.