ft1'1
GEMEENTE HOEVEN
I
Agendanr.13 Raadsvergadering d.d. 1 juni 19 95
Onderwerp: Voorstel tot het nemen van een voorbereidingsbesluit
voor een gedeelte van bestemmingsplan Buitengebied
voor de vestiging van een agrarisch bedrijf aan de
Hermansstraat te Hoeven.
Hoeven, 23 mei 1995
De heer Hellemons heeft een tuinbouwbedrijf, waarvan de bedrijfs
woning en een kleine bedrijfsruimte aan de Oude Bredasepostbaan
4a liggen terwijl het grootste deel van de cultuurgrond en een
grotere bedrijfsruimte gelegen zijn op een perceel nabij de
Hermansstraat. Vanwege de afstand tussen deze grond en zijn be
drijfswoning en de minder gelukkige situering van de bedrijfsruim
te op het perceel nabij de Hermansstraat heeft de heer Hellemons
een perceel aangekocht dat direct aan de Hermansstraat ligt en
heeft om medewerking verzocht aan de nieuwbouw van een bedrijfswo
ning en bedrijfsruimte op dit perceel.
Dit verzoek is voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie
Agrarische BouwaanvragenDeze commissie is van oordeel dat voor
een meest doelmatige agrarische bedrijfsvoering en ontwikkeling
van het bedrijf de aanwezigheid van een tuinbouwschuur en een
bedrijfswoning op de beoogde bouwlocatie aan de Hermansstraat
noodzakelijk is.
Het perceel aan de Hermansstraat heeft in het geldende bestem
mingsplan Buitengebied de bestemming 'Agrarisch gebied vrije
vestiging'Op grond van de voorschriften bij deze bestemming kan
ons college vrijstelling verlenen voor de bouw van een bedrijfs
ruimte. Na realisering van deze bedrijfsruimte is vervolgens
vrijstelling mogelijk voor de bouw van een bedrijfswoning; vanwe
ge de beperkte breedte van het bouwperceel is voor de vrijstel
ling voor de bedrijfswoning een verklaring van geen bezwaar van
Gedeputeerde Staten vereist.
De heer Hellemons heeft ons vervolgens verzocht mee te werken aan
een gelijktijdige realisering van het bedrijfsgebouw en de be
drijfswoning in plaats van de achtereenvolgende vrijstellingspro
cedures. De voorschriften van het bestemmingsplan maken dit niet
mogelijk, zodat dit alleen mogelijk is door het nemen van een
voorbereidingsbesluit en vervolgens afhandeling van de bouwaan-
vraag via de procedure van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelij
ke Ordening. Gelet op het advies van de Adviescommissie Agrari
sche Bouwaanvragen, op grond waarvan ons college zou meewerken
aan de bouwplannen, vinden wij het medewerking aan het verzoek
van de heer Hellemons redelijk. Wij stellen daarom voor om voor
het perceel aan de Hermansstraat een voorbereidingsbesluit te