tl» - 2 - h. hoofdverblijf: de woonruimte waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en op welk adres de gehandicapte in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven, dan wel zal staan ingeschreven i. gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woonge bouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de gehandicap te vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken; j. woning-aanpassing: ingreep van bouw- of woontechnische aard die gericht is op het opheffen of verminderen van ergonomische beperkingen die een gehandicapte onder vindt bij het normale gebruik van zijn woonruimte. Tevens vallen hieronder de aanpassingen aan gemeen schappelijke ruimten die noodzakelijk zijn om de indi viduele woning van de gehandicapte te kunnen bereiken. k. financiële tegemoetkoming: een tegemoetkoming in de kosten van een voorziening welke kan worden afgestemd op het inkomen van de gehandicapte; 1. forfaitaire vergoeding: een bijdrage die ineens los van de werkelijke kosten van een voorziening wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inko mensgrens; m. gemaximeerde vergoeding: een vergoeding in de kosten van een voorziening die tot een vastgesteld maximum wordt verstrekt, al dan niet met inachtneming van de inkomensgrens n. eigen bijdrage: een door het college van burgemeester en wethouders vast te stellen bijdrage, die bij de verstrekking van een voorziening in natura betaald moet worden en op welk bedrag de bepalingen van het Besluit financiële tegemoetkomingen en eigen bijdragen voorzieningen gehandicapten van toepassing zijn; 0. wet: de Wet voorzieningen gehandicapten. Artikel 1.2 Beperkingen 1. Een voorziening kan slechts worden toegekend voor zover: a. deze in overwegende mate op het individu is gericht; b. deze langdurig noodzakelijk is om diens beperkingen op het gebied van het wonen of zich binnen of buiten de woning verplaatsen op te heffen of te verminderen; c. deze, naar objectieve maatstaven gemeten, als de goedkoopst adequate voorziening kan worden aange merkt 2Met uitzondering van hetgeen in het eerste lid onder sub a is gesteld, kan een voorziening worden verstrekt in de vorm van het gebruik van een collectief vervoerssysteem als bedoeld in artikel 3.1 onder a. 3. Geen voorziening wordt toegekend: a. indien de voorziening algemeen gebruikelijk is voor een niet-gehandicapte persoon die in een vergelijkba re situatie verkeert;

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1995 | | pagina 182