MS
Bij raadpleging van de door Rijkswaterstaat, Adviesdienst Verkeer
en Vervoer (voorheen Verkeers Ongevallen Registratie) geregis
treerde ongevallen komt de Hertog Janlaan niet voor.
Uitgaande van bovenstaande gegevens kan worden geconcludeerd dat
op basis van de etmaalgegevens de norm -percentielwaarde van 85%-
navolgend wordt deze norm nader toegelicht) waarbij geadviseerd
wordt snelheidsremmende maatregelen toe te passen niet wordt
overschreden. Echter uitgaande van de uurgegevens alsmede de
kortstondige metingen van de politie blijkt dat op bepaalde tijd
stippen van de dag door ca 35-37 van het totaal aantal voertui
gen de maximum toegestane snelheid wordt overschreden. Dit zijn
tevens de uren waarin veel oversteekbewegingen plaats vinden.
Overigens mag verwacht worden dat na realisatie van de doortrek
king van de Bovendonksestraat de verkeersintensiteit op de Hertog
Janlaan sterk zal afnemen en daarmee de snelheid zal toenemen.
VERKEERSVEILIGHEIDSPLAN.
In het ontwerp-verkeersveiligheidsplan is de Hertog Janlaan geca
tegoriseerd als een ontsluitings/verzamelroute
Functiekenmerken van een ontsluitings/verzamelroute:
- gemengd verkeer;
- geen doorgaand verkeer;
- ontwerpsnelheid 50 km/uur;
- intensiteit 2000 - 4000 mvt/etmaal;
- scheiding snelverkeer/voetgangers.
Uitgaande van de hierbij voorgestelde richtlijnen voor vormge
ving, inrichting en mogelijke snelheidsremmende maatregelen kun
nen plateaus, drempels en wegversmallingen aangebracht worden.
Bij kruispunten met woon-/verblijfsstraat kan in de toegang naar
de verblijfsstraat een uitritconstruktie worden gelegd. Dit ver
laagd echter niet de snelheid op de ontsluitings/verzamelweg.
Overigens worden in het ontwerp-verkeersveiligheidsplan geen
specifiek te nemen maatregelen voorgesteld voor de Hertog Janlaan.
NORM.
Voor het al of niet toepassen van verkeersremmende maatregelen
zijn door het Ministerie van Verkeer (ROM) richtlijnen opgezet.
Hierin is gesteld dat, in het algemeen geldt dat de (in te stel
len) maximum snelheid in overeenstemming dient te zijn met het
wegbeeld ter plaatse. Naarmate het wegbeeld meer uitnodigt tot
snelheden hoger dan de vastgestelde limiet, zal het aantal snel
heidsovertredingen toenemen. Het verschil tussen de vastgestelde
limiet en de werkelijk gereden snelheid dient zo klein mogelijk
te zijn. De 85- percentielwaarde, dat wil zeggen de snelheid die
door 85 van de motorvoertuigen niet wordt overschreden, kan
hierbij maatgevend zijn. Het kan zijn dat deze waarde massaal,
maar slechts in geringe mate wordt overschreden. Evenzo kan het
voorkomen dat er een kleiner percentage overtreders is, terwijl
de overschrijdingen zeer hoog zijn. Op basis van metingen en na
afweging van de betrokken belangen van verkeersveiligheid, door
stroming, handhaafbaarheid ed., kunnen passende maatregelen wor
den genomen om tot een aanvaardbare percentielwaarde te komen.
De maatregelen kunnen bestaan uit voorlichting, politietoezicht,
aanpassing van de snelheidslimiet e.d. De voorkeur gaat echter