In onze verordening is momenteel voor het basisonderwijs één afstandscriterium gehanteerd (4 km), net zoals voor het speciaal onderwijs (2 km) en voor het voortgezet speciaal onderwijs (4 km) Het is echter mogelijk om afstand en schooltypen te combi neren. Het is voorstelbaar dat de km-grens die aangehouden wordt voor het basisonderwijs eveneens wordt gehanteerd voor het (voortgezet) LOM- en MLK-onderwijs in plaats van de huidige 2 km voor het gehele speciaal en 4 km voor het gehele voortgezet speciaal onderwijs. Aangezien over afstandscriteria in het (voortgezet) speciaal onderwijs tot op heden geen uitspraken van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State bekend zijn, adviseren wij u deze voor het speciaal onderwijs (2 km) en het voortgezet speciaal onderwijs (4 km) te handhaven. Reistijd In onze verordening is geregeld dat aanspraak gemaakt kan worden op aangepast vervoer indien de leerling met gebruikmaking van het openbaar vervoer naar school en terug, meer dan 1 uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht. In de uitspraak van 3 december 1987 (nr. R03876137/S1477stelt de voorzitter van de Afdeling rechtspraak van de Raad van State: "er kan niet met vrucht worden gesteld dat in het algemeen een reistijd van 1,5 uur niet in overeenstemming is met het bepaalde in art. 45, 4e lid van de Wet op het basisonderwijs. Dit neemt echter niet weg dat van verweerders mag worden verwacht dat, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven, zij onder zoeken of onverkort aan de in de verordening weergegeven reistijd dient te worden vastgehouden" De hardheidsclausule in de verordening biedt daartoe naar het oordeel van de Voorzitter, uitdrukkelijk de mogelijkheid. In zijn uitspraak erkent de Voorzitter de beleidsvrijheid van de gemeente om in de verordening de aanspraak op aangepast vervoer te beper ken door een reistijdcriterium te hanteren van 1,5 uur. Aan de andere kant geeft de Voorzitter duidelijk aan dat gemeenten die een reistijdcriterium van 1,5 uur in hun verordening opnemen extra alert moeten zijn op bijzondere omstandigheden die ertoe leiden dat alsnog een vergoeding op basis van de kosten van aangepast vervoer beschikbaar gesteld moet worden. Wijziging van het reistijdcriterium in 1,5 uur kan naar onze mening tot een excessief lange reistijd leiden (3 uren per dag). Wij adviseren u derhalve het huidige criterium van 1 uur te handhaven. Definitie reistijd In onze verordening wordt in art. 1, onder j., de reistijd gedefinieerd te weten: de totale tijdsduur die tenminste ligt tussen het verlaten van de woning en de aanvang van de schooldag volgens het activiteitenplan, dan wel de totale tijdsduur die tenminste ligt tussen het einde van de schooldag volgens het activiteitenplan en de aankomst bij de woning. -2-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1993 | | pagina 50