nersZid?p9flfln<3aanl^vin9 t0t wiizi3in9 van <*e categorieën inwo-
f ondsaansPraak kunnen maken op een bijdrage uit het minima-
Resumerend stellen wij u voor:
a. in te stemmen met de conclusies en aanbevelingen, zoals
vervat in de "Nota evaluatie minimabeleid 1993";
de Verordening tot de 2e wijziging van de "Verordeninq
gemeentelijke minimafonds" vast te stellen.
De commissie Welzijn heeft het voorstel behandeld in haar verqade-
ring van 11 mei 1993. De fractie DP '90 heeft ons in overweging
?m a^*-2 vande 'Verordening gemeentelijk minimafonds'
zodanig te wijzigen, dat ook een bijdrage kan worden verstrekt in
de kosten van deelname aan jeugdkampen. Dienaangaande merken wij
op dat art. 2, zowel in de huidige als in de thans voorgestelde
h! J9' mogelijkheid biedt om een bijdrage te verstrekken in
de kosten van deelname aan activiteiten van een instelling op het
gebied van welzijn. Onder die activiteiten dient ook een jeugd
kamp te worden begrepen. Het expliciet benoemen van deze activi
teit in art. 2 is overbodig.
De fractie Gemeenschapsbelangen heeft ons in overweging gegeven
k1} wijze van experiment in enkele gemeenschapsaccommodaties
info balies te doen inrichten, waar mondeling en schrifteliik
informatie wordt verstrekt over aangelegenheden als minimabeleid,
bijstandsbeleid, subsidies en gemeentelijke belastingen. Tevens
zou aldaar hulp moeten worden geboden bij het invullen van formu
lieren
Wij merken hierbij op, dat deze suggestie het belangrijkste pro
bleem raakt dat zich voordoet terzake van minimabeleid, namelijk
het bereiken van de doelgroep. Uit de ervaringen die de afgelopen
jaren in den lande met minimabeleid zijn opgedaan, blijken er
twee belangrijke drempels te zijn die burgers weerhouden van het
indienen van een aanvraag: ten eerste het gewoonweg niet weten
van het bestaan van een regeling, en ten tweede het ten onrechte
denken geen gebruik te kunnen maken van een regeling. Het niet-ge-
is het hoogst onder ouderen, gevolgd door bijstandsontvan
gers. Naar het zich laat aanzien, kunnen de drempels enkel worden
weggenomen door een zeer actieve informatieverstrekking. De leden
van de doelgroep moeten welhaast persoonlijk gerichte informatie
ontvangen. De afdeling Sociale Zaken en Welzijn hanteert deze
werkwijze reeds geruime tijd, maar richt zich daarbij noodgedwon
gen op een relatief beperkt cliëntenbestand.
In dat licht hebben wij de Stichting Gecoördineerd Ouderenwerk
verzocht om te onderzoeken hoe het gebruik van het minimafonds en
ae bijzondere bijstand door ouderen zou kunnen worden gestimu
leerd. Het lijkt ons niet wenselijk om vooruitlopend op de resul
taten van dit onderzoek een experiment te starten zoals bedoeld
door de fractie Gemeenschapsbelangen.