bij het oude. Dus de Stichting Carnaval en Stichting Buurthuis en Opbouwwerk regelen e.e.a. onderling binnen de exploitatie van Stichting Buurthuis en Opbouwwerk. En in verband met het zeer nabij zijn van de carnavalsdagen de 5.000,onderhandelingsruimte met de carnavals stichting, zoals besloten in de raadsvergadering van 13 december 1990, als raad te accepteren een overschrijding van de rekening van Stichting Buurthuis en Opbouwwerk tot een maximaal bedrag van f 5000,--. Zodat dus de begroting van Stichting Buurthuis en Opbouwwerk met max. f 5000,wordt overschreden en dat bij de rekening dit wordt afgedekt. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het door de voorzitter uitgebracht voorstel besloten. 7Voorstel tot beschikbaarstelling van een krediet voor de aanschaf van een nieuwe ambtsketen met draagpenning voor de burgemeester; Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 8. Voorstel tot afwijziging van het verzoek van de heer Plat tot vergoeding van het door hem gestorte recht van f 150,in verband met het intrekken van een beroep bij de Raad van State; Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 9. Voorstel tot aanpassing van de gronduitgifteregeling; Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 10. Voorstel tot verkoop van een perceel bouwgrond gelegen in bestemmingsplan "Bovendonk"; De heer W. Souljé (V.V.D.) vraagt hoofdelijke stemming over dit voorstel De fractie DP'90 legt een stemverklaring af welke als volgt luidt"onze achterban heeft met deze materie geworsteld vandaar dat wij genoodzaakt zullen zijn een verdeeld stemgedrag te hanteren". De heer A.J.J. Krijnen (Gemeenschapsbelangen) legt een stemverklaring af welke als volgt luidt: "Ik heb mijn standpunt bepaald in de commissie en wat de andere mensen van mijn fractie doen zullen ze direkt zelf beslissen maar ik zal voor dit voorstel stemmen". De heer A.P. Mol (PvdA) legt een stemverklaring af welke als volgt luidt: "Ik zou er toch voor willen pleiten dat de raadsvergaderingen meer een bevestiging worden van hetgeen er in de commissies afgesproken wordt. Wij hebben nu commissies waarin alle frakties vertegenwoordigd zijn zodat er zaken gedaan kunnen worden. Dan zou een raadsvergadering niet meer moeten zijn dan een bevestiging wat er in de commissie overeengekomen is. Maar kennelijk is dat niet zo. En als de discussie in de commissie geweest was zoals die nu hier in de

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1991 | | pagina 32