GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.4. Raadsvergadering d.d. 27 juni 1991.
Onderwerp: Voorstel tot handhaving van een bezwaar inzake de
ruilverkaveling Oud-Gastel/Oudenbosch.
Hoeven, 18 juni 1991.
Naar aanleiding van het besluit van de raad d.d. 9 juli 1987 is
bezwaar aangetekend tegen het plan van toedeling inzake de
Ruilverkaveling Oud-Gastel/Oudenbosch
Op 2 mei j.l. is het standpunt van de landinrichtingscommissie
ontvangen. Alvorens daarop in te gaan worden eerst de in het
bezwaarschrift genoemde argumenten kort weergegeven.
1. Niet ingestemd werd met de toedeling van een tweetal kavels
018073 en 018074; in plaats daarvan werd gevraagd een ander
perceel toebedeeld te krijgen, gezien de klachten tegen het
gebruik en de ligging nabij woonbebouwing.
In verband met de overlast voor omwonenden veroorzaakt door
de verspreiding van mest op een perceel aan het Gors, is de
landinrichtingscommissie reeds bij brief van 5 februari 1987
verzocht een ruiling van percelen te bewerkstelligen.
De commissie deelde mede, dat er in het algemeen slechts
ruilingen plaatsvinden in het kader van de ruilverkaveling,
indien dit voor de voortgang van de ruilverkaveling nood
zakelijk is. Dit is naar het oordeel van de commissie hier
niet het geval. Daarnaast bleek het ontwerp-plan van toe
deling in een zover gevorderd stadium, dat daarin geen
wijzigingen meer konden worden aangebracht.
Derhalve is via het bezwaarschrift getracht deze kwestie
alsnog opgelost te krijgen.
2. Tegen toedeling van kavel 026058 werd eveneens bezwaar ge
maakt, omdat dit slechts een gedeelte van 2, voor een
speciaal doel aangekochte, percelen betrof. Tijdens de wens-
zitting van 6 december 1982 is hiervoor al aandacht gevraagd.
Beoogd werd om ten behoeve van de ontsluiting van de kern
Hoeven de Heistraat door te trekken. Met klem werd in het
bezwaarschrift gevraagd het plan van toedeling op dit punt
aan te passen.
3. Gebleken was, dat de beschikbare ruimte voor goed functio
nerende bermsloten aan de Bovenstraat minimaal was. Een ver
betering c.q. verbreding van deze sloten zouden deze minder
onderhoudsgevoelig maken en bovendien de verhardingscon
structie van de Bovenstraat ten goede komen. Aangezien dit ook
op andere wegen binnen de ruilverkaveling van toepassing zou
kunnen zijn, werd gevraagd hiermee rekening te houden bij de
toedeling.
4. Tot slot werd nog bezwaar gemaakt tegen de toedeling van een
kavel in verband met de verpachte staat en de door de pachter
gedane investeringen.