GEMEENTE HOEVEN Agendanr.8. Raadsvergadering d.d. 31 januari 1991. Onderwerp: Voorstel tot afwijzing van het verzoek van de heer Plat tot vergoeding van het door hem gestorte recht van f 150,in verband met het intrekken van een beroep bij de Raad van State. Hoeven, 22 januari 1991. De heer Plat heeft verzocht om vergoeding van het aan de Raad van State voldane recht van f 150,omdat hij zijn beroep bij de Raad van State heeft ingetrokken. Het gaat hier om het beroep van 18 januari 1990 tegen het voorbereidingsbesluit van 29 juni 1989 en de ongegrondverklaring van het bezwaar daartegen van 2 3 december 1989. Het voorbereidingsbesluit werd genomen in verband met het bouwplan van de heer Doornen aan de Willeke Joostenstraat. De Wet op de Raad van State bepaalt in artikel 73, vijfde lid, dat bij intrekking van een beroepschrift het gestorte recht door het orgaan waartegen beroep is ingesteld wordt vergoed als dat orgaan geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren is tegemoetgekomen. Daarvan is in dit geval geen sprake, zodat de heer Plat geen recht heeft op vergoeding. Daarnaast bepaalt hetzelfde artikel dat in overige gevallen, dus als niet geheel of gedeeltelijk aan de bezwaren is tegemoet gekomen, het orgaan de bevoegdheid heeft tot gehele of gedeelte lijke vergoeding van het gestorte recht. Aangezien het hier ging om beroep tegen een raadsbesluit is derhalve uw raad bevoegd tot gehele of gedeeltelijke vergoeding. Wij stellen u echter voor het gestorte recht niet te vergoeden omdat het beroep eenzijdig door de heer Plat is ingetrokken, zonder overleg met de gemeente en zonder wijziging van beleid. Wij menen dat in dergelijke gevallen geen vergoeding verleend dient te worden. Aan het in beroep gaan tegen een overheidsbesluit zijn deze proceskosten verbonden, die overigens door de Raad van State verlaagd kunnen worden voor on— en minvermogenden; het vervolgens vergoeden door dezelfde over heid van deze proceskosten in geval van vrijwillige intrekking van het beroep zonder dat het beleid van deze overheid daartoe aanleiding geeft achten wij niet redelijk. Daarom stellen wij voor het verzoek van de heer Plat af te wijzen. De commissie Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Financiën is gehoord en kan zich met ons voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Hoeven. A.F.W. Osterloh, burgemeester. P.J. Detmers, secretaris. RWOKP183.B

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1991 | | pagina 18