GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.16. Raadsvergadering d.d. 22 februari 1990.
Onderwerp: Voorstel te besluiten tot het voeren van een
civiele procedure wegens onverschuldigde betaling
ad f 10.443,01 als bedoeld in artikel 1395 van het
Burgerlijk Wetboek.
Hoeven, 9 februari 1990.
Een uitkeringsgerechtigde op grond van de Wet Werkloosheidsvoor
ziening, bekend onder de WWV-nummers 1114 en 1514 heeft ten
gevolge van steunfraude over de navolgende periodes ten onrechte
een uitkering ontvangen in het kader van de Wet Werkloosheids
voorziening:
- 6 november 1980 tot 9 maart 1981;
- 13 mei 1982 tot 24 augustus 1982.
Per saldo gaat het om een bedrag van f 19.125,01.
Betrokkene heeft zich ter zake verweerd middels een bezwaar
schrift en een tweetal beroepschriften, doch uiteindelijk heeft
de Centrale Raad van Beroep te Utrecht ons standpunt bevestigd.
Het besluit van ons college tot herziening van onze beslissing
tot toekenning van de uitkering-W.W.V. met terugwerkende kracht
in het nadeel van betrokkene is hiermede onherroepelijk geworden.
De schuld is ontstaan tijdens de huwelijkse periode van de
cliënt. Inmiddels is in 1988 het huwelijk ontbonden door echt
scheiding. Met de cliënt is een betalingsregeling getroffen, die
wordt nagekomen. De ex-echtgenote blijkt echter weigerachtig
inkomensgegevens te overleggen c.q. betalingen te verrichten tot
vermindering van de vordering. Volgens de bepalingen in het
Burgerlijk Wetboek blijft na de ontbinding van de gemeenschap
ieder der echtgenoten voor het geheel aansprakelijk voor de
gemeenschapsschulden, waarvoor hij/zij voordien aansprakelijk
was. De restant schuld bedraagt momenteel f 10.443,01.
Een civiele procedure dient te worden ingesteld bij de arrondis
sementsrechtbank. De vordering kan in handen worden gegeven van
een deurwaarder, met het verzoek de vordering te incasseren, maar
aan een dergelijk verzoek kan hij, zonder rechterlijk vonnis,
geen uitvoering geven. Het is dus zaak dit vonnis te verkrijgen.
De bevoegdheid tot het instellen van een rechtsgeding berust
krachtens artikel 177 van de Gemeentewet bij uw raad.
-Wij-