I
I
Nadat de werkelijke behoefte aan openbaar onderwijs is vastge
steld, dient er nog een vertaalslag te worden gemaakt naar de
reeds vervaardigde leerlingenprognose. Dit om de omvang van een
eventueel te stichten openbare school te bepalen.
Alhoewel door het houden van een verlangd-onderwijs-enguête de
behoefte aan openbaar onderwijs kan worden vastgesteld, geeft dit
geen zekerheid ten aanzien van het aantal leerlingen dat een
eventueel te stichten openbare school ook daadwerkelijk zal gaan
bezoeken. De schoolkeuze wordt naast confessionele en
ideologische motieven immers ook nog bepaald door de locatie
(afstand woning tot school) en de omvang (aantal klassen c.q.
combinatie-klassen) van de school.
Voorts wordt nog opgemerkt dat voor opneming van een openbare
school in het scholenplan voldaan moet worden aan de wettelijke
vereisten. Ingevolge het bepaalde in artikel 54, lid 2, van de
Wet op het basisonderwijs dient een daartoe strekkend voorstel
naast een leerlingenprognose en een beschrijving van het voe-
dingsgebied ook nog vergezeld te gaan van de aanduiding van de
plaats in de gemeente waar het onderwijs moet worden gegeven
alsmede de voorgestelde datum van ingang van de bekostiging.
Daarnaast zal een te stichten openbare school moeten worden
opgenomen in het - eveneens door uw raad vast te stellen -
overzicht vermeerdering huisvesting basisonderwijs, waartoe een
huisvestingsprognose is vereist.
In het kader van een te voeren actiever onderwijsbeleid stellen
wij u thans voor om een krediet van f 23.000,22.440,94
f 559,06 voor onvoorzien en afronding) beschikbaar te stellen
voor het door de V.N.G. laten uitvoeren van een onderzoek naar de
werkelijke behoefte aan openbaar onderwijs in de gemeente Hoeven
middels het houden van een z.g. verlangd-onderwijs-enquête onder
vaststelling van de 15e wijziging van de gemeentebegroting 1990.
De kosten kunnen ten laste worden gebracht van de reserve inven
taris etc. scholen. De op dit voorstel betrekking hebbende
bescheiden liggen in het agenda-dossier voor u ter inzage.
De commissie Welzijn en Economische Zaken is d.d. 10 april 1990
gehoord. Een lid van de commissie is tegen dit voorstel. Een
ander lid vindt dat via het regionale weekblad de behoefte
bepeild moet worden alvorens een duur onderzoek te laten
uitvoeren. De overige leden kunnen zich met het voorstel
verenigen.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
A.F.W. Osterloh, burgemeester.
P.J. Detmers, secretaris.
RMIJZ051.B