I
I
II
GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.: 15. Raadsvergadering d.d. 29 maart 1990.
Onderwerp: Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke
Regeling Streekgewest Westelijk Noord-Brabant in
verband met de Arbeidsvoorzieningswet.
Hoeven, 16 maart 1990.
De ontwerp-Arbeidsvoorzieningswet bevindt zich momenteel in de
laatste fase van de parlementaire behandeling en zal, naar het
zich nu laat aanzien, op 1 juli 1990 in werking treden. De
Arbeidsvoorzieningswet (hierna afgekort als: ARBVO-wet) vervangt
de uit 193 0 daterende ArbeidsbemiddelingswetDoel van de
ARBVO-wet is om door gezamenlijk optreden van werkgevers, werk
nemers en overheid te komen tot het verbeteren van de werking van
de arbeidsmarkt. De belangrijkste elementen van de ARBVO-wet zijn
territoriale decentralisatie en tripartisering: het rijk draagt
de arbeidsvoorziening in zijn geheel over aan een tripartiet
samengesteld Centraal Bureau voor de Arbeidsvoorziening (C.B.A.)
en aan de eveneens door drie partijen samengestelde Regionale
Besturen voor de Arbeidsvoorziening (R.B.A.'s). Ingevolge de
ARBVO-wet is Nederland ingedeeld in 28 regio's met evenzovele
R.B.A.'s. Deze regio's vallen in het algemeen samen met de in
Nederland aanwezige stads- en streekgewesten op basis van de Wet
gemeenschappelijke regelingen. Hoeven behoort, samen met de
overige aan het Streekgewest Westelijk Noord-Brabant deelnemende
gemeenten, tot het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening
Westelijk Noord-Brabant.
Zowel in het C.B.A. als in de R.B.A.'s hebben vertegenwoordigers
van werkgevers en werknemers (de sociale partners) en de overheid
zitting. Als gelijkwaardige partners zullen zij verantwoordelijk
zijn voor de voorbereiding en uitvoering van het arbeidsvoorzie-
nmgsbeleid. Het C.B.A. en de R.B.A.'s vormen samen de Arbeids
voorzieningsorganisatie.
Ingevolge de ARBVO-wet heeft het R.B.A. onder meer de volgende
taken
a. de inrichting van en het beheer over de Arbeidsvoorzie
ningsorganisatie in de betrokken regio;
b. het inrichten en in stand houden van een regionaal gespreide
organisatie voor de openbare arbeidsbemiddeling, alsmede het
bevorderen van een goede afstemming tussen deze en de door
derden verrichte arbeidsbemiddeling;
c. het bevorderen van samenhang tussen het arbeidsvoorzie-
ningsbeleid van het R.B.A. en dat van andere organisaties.