I
I
GEMEENTE HOEVEN
J
Agendanr.6.
Raadsvergadering d.d. 2 maart 1989.
Onderwerp: Voorstel tot wijziging van de Kampeerverordening.
Hoeven, 17 februari 1989.
De op 2 7 november 198 6 door u vastgestelde Kampeerver
ordening bevat in de artikelen 2 en 3 bepalingen omtrent de
bij een aanvraag van een vergunning, vrijstelling of ont
heffing te overleggen bescheiden, zoals bijvoorbeeld
tekeningen.
Na ontvangst van een aanvraag om een vergunning,
vrijstelling of ontheffing beslist het college van
burgemeester en wethouders binnen drie maanden indien het
gaat om een vergunning; binnen twee maanden indien het gaat
om een vrijstelling of ontheffing. Deze termijnen kunnen ten
hoogste éénmaal met drie respectievelijk twee maanden worden
verlengd. Het college van burgemeester en wethouders dient
dus binnen maximaal zes, respectievelijk vier maanden te
beslissen op een aanvraag.
Deze termijn is niet altijd voldoende om te beslissen op een
aanvraag indien niet alle benodigde bescheiden tegelijk met
de aanvraag om een vergunning, vrijstelling of ontheffing
worden overgelegd.
Het niet beslissen op een vergunning binnen zes maanden
wordt gelijkgesteld met de weigering een vergunning te
verlenen. Het niet beslissen binnen 4 maanden op een
aanvraag om een vrijstelling of een ontheffing wordt
gelijkgesteld met een beslissing tot verlening van
vrijstelling of ontheffing.
Daarom is het van belang om een aanvraag eerst dan als
ontvangen te beschouwen indien alle benodigde bescheiden
zijn ontvangen. De termijn van zes of vier maanden begint
dan pas te lopen nadat alle bescheiden binnen zijn. Op deze
wijze is er voldoende tijd om tot een weloverwogen
beslissing te komen.
Om dit te bewerkstelligen wordt geadviseerd, overeenkomstig
het advies van de V.N.G., aan de kampeerverordening een
artikel toe te voegen. Artikel 4a vermeldt dat de aanvrager
van de vergunning die niet alle benodigde bescheiden mét de
aanvraag van de vergunning overlegd heeft dit alsnog binnen
twee weken dient te doen. Voldoet hij daar dan nog niet of
niet voldoende aan, dan wordt zijn aanvraag niet-ontvanke-
lijk verklaard. De aanvraag van een vergunning wordt pas als
ontvangen beschouwd als alle vereiste bescheiden zijn over
legd.