GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.: 9 Raadsvergadering d.d.: 26 januari 1989
Onderwerp: Voorstel tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling
"Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant"
Hoeven, 13 januari 1989
In uw vergadering van 29 september 1988 hebt u besloten in te stem
men met de aanpassing van de gemeenschappelijke regeling "Werk
voorzieningsschap West Noord-Brabant". U hebt daarbij de volgende
twee voorwaarden gesteld:
1. dat 1 januari 1995 als tijdstip wordt aangehouden waarop de
gemeenschappelijke regeling opnieuw wordt bezien op mogelijk
heden tot aanpassing aan de-Wet gemeenschappelijke regelingen.
Deze tijdsbepaling dient in de regeling zelf te worden opgeno
men.
2. Dat niet overgegaan wordt tot wijziging van de stemmenverhouding
binnen het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningsschap.
Het algemeen bestuur van het Werkvoorzieningsschap heeft in haar
vergadering van 14 november 1988 besloten in te stemmen met de
ontwerp-regeling zoals die door het dagelijks bestuur voorgelegd
is. De reacties van de gemeenten op het voorontwerp zijn verwerkt
in het ontwerp.
De eerste door de gemeente Hoeven gestelde voorwaarde wordt niet
overgenomen. De dattim 1 januari 1995 wordt dus niet aangehouden
als tijdstip waarop de gemeenschappelijke regeling opnieuw wordt
bezien op mogelijkheden tot aanpassing aan de Wet gemeenschappelijke
regelingen (W.G.R.). Deze tijdsbepaling wordt dus ook niet op
genomen in de regeling zelf.
Het dagelijks bestuur heeft in principe geen probleem met dit
standpunt, maar wenst de tijdsbepaling uit een sociaal oogpunt
en uit een oogpunt van rechtszekerheid niet op te nemen in de
gemeenschappelijke regeling.
De werknemers verkeren al jaren in onzekerheid en dat veroorzaakt
onrust en angst, speciaal bij werknemers die uitsluitend zijn
aangewezen op werk in W.S.W.-verband. Daarnaast is het dagelijks
bestuur van mening dat er geen direkte noodzaak aanwezig is
om de tijdsbepaling op te nemen. De deelnemende gemeenten behouden
altijd het recht om te zijner tijd, indien dat noodzakelijk is,
de gemeenschappelijke regeling aan te passen.
Gedeputeerde Staten hebben er bij brief van 6 juni 1988 bij het
dagelijks bestuur op gewezen dat er niet lichtvaardig afgeweken
mag worden van het bundelings-en integratieprincipe van de Wet
Gemeenschappelijke Regelingen.
Zij erkennen echter dat realisering van het bundelingsprincipe
van de sociale werkvoorziening onder de huidige omstandigheden
onoverkomelijke problemen oproept.
- Het -