GEMEENTE HOEVEN
Agendanr.14. Raadsvergadering d.d. 27 april 1989.
Onderwerp: Voorstel tot ongegrondverklaring van het beroepschrift
van heer Plat tegen de onder voorwaarde verleende
bouwvergunning voor het oprichten van een garage.
Hoeven, 17 april 1989.
In 1988 heeft de heer Plat te Bosschenhoofd een aanvrage om
bouwvergunning ingediend voor het (aan)bouwen van een
garage. Op de bij de aanvrage behorende tekening was de
geplande garage aan de voorzijde in het verlengde van de
bestaande garage gesitueerd.
De welstandscommissie achtte dit niet acceptabel. Om de
afwijkende uitvoering van de nieuwbouw, in vergelijking met
de bestaande garage duidelijk tot uitdrukking te brengen,
heeft de welstandscommissie gesteld de voorgevel ten minste
50 cm. terug te plaatsen.
Alleen als dit voorstel werd overgenomen zou het bouwplan
aan redelijke eisen van welstand voldoen. Op 21 oktober 1988
is onder die voorwaarde bouwvergunning verleend.
Bij brief van 7 november 1988 heeft aanvrager in een aan de
gemeenteraad gerichte brief gevraagd de bouwvergunning te
beoordelen met inachtneming van de volgende argumenten.
1. De aan de vergunning verbonden voorwaarde brengt een
zodanige inkorting (50 cm.) van het bouwwerk met zich
mee, dat deze niet meer aan de beoogde bestemming
voldoet.
Aanvrager beschouwt de onder voorwaarde verleende bouw
vergunning als een weigering.
2. De door het college gestelde voorwaarde is naar de mening
van aanvrager niet objektief noch rationeel, inachtnemen-
de dat
- de bewoners van het aangrenzende perceel hebben schrif
telijk verklaard geen bezwaar te hebben tegen de in
gediende aanvraag;
- de voorgevel van de garage ligt 15,75 m. uit de per-
ceelsgrens aan de straatzijde;
- door een aarden wal met blijvend groene beplanting
wordt de gevel van de aanbouw goeddeels onttrokken aan
het oog van het voorbijgaand verkeer, zo dit al als
criterium gesteld mag worden;
- de voorgevels van de bestaande garage en de uitbouw
kunnen visueel naadloos op elkaar worden aangesloten.
Bij brief van 14 februari 1989 verzoekt aanvrager het
bezwaarschrift van 7 november 1988 alsnog te behandelen.