-3- Tegen deze subsidie-toekenning heeft de Stichting bij schrijven van 3 januari 1989 op grond van artikel 21, le lid, van de Algemene Subsidieverordening bij uw raad bezwaren ingediend; het bezwaarschrift is tijdig ingediend en apellante kan in haar bezwaren worden ontvangen. Bezwaarschrift Het bezwaarschrift richt zich tegen; - de besluitvorming in het algemeen, t.w. verzuim vormvoorschriften; inhoudelijke gebreken. - en in het bijzonder onderdelen van de betwiste begrotingen, t.w. administratie- en telefoonkosten; kantinekosten; feestdagen. In het bezwaarschrift wordt gesteld, dat omtrent de bezuiniging inhoudelijk geen overleg heeft plaatsgevonden, waarmee vormvoorschriften met voeten zijn getreden. Voorts is er volgens de Stichting sprake van onzorgvuldigheid bij de voorbereiding door de Commissie Welzijn en Economische Zaken, welke vooraf is gegaan aan de betwiste beschikking. Ook wordt in het bezwaarschrift aangevoerd, dat is gehandeld in strijd met het motiveringsbeginsel, omdat een motivatie ontbreekt. Met betrekking tot de inhoud van de beschikking wordt eveneens aangevoerd, dat een motivatie ontbreekt. Omtrent het begrip "voorwaardenscheppend beleid" stelt de Stichting geen nadere omschrijving te hebben mogen ontvangen ondanks hiernaar te hebben gevraagd. Met de gewijzigde visie van de commissie bij de behandeling van de tegen het concept-Jaarprogramma ingediende bezwaren is volgens appellante de rechtszekerheid in het geding. Bij de behandeling door de commissie Welzijn en Economische Zaken van het concept-Jaarprogramma in eerdere instantie zouden verwachtingen zijn gewekt door bestuursgedrag. Omdat een belangenafweging naar bijvoorbeeld de Stichting Buurthuis- en Opbouwwerk en de Stichting Muziekschool niet heeft plaatsgevonden, kan er volgens de Stichting gesproken worden van willekeur en mitsdien strijd met beginselen van algemeen behoorlijk bestuur. Omtrent de bezuiniging heeft op 9 mei 1988 met de Stichting een gesprek plaatsgevonden nadat, voornamelijk op het gemeentehuis. Veelvuldig contact is er geweest tussen ons college en medewerkers van de Stichting, zoals de Stichting in haar schrijven van 2 januari 1988 aangeeft. Op grond van het terzake van het speelzalenwerk geformuleerde beleid in het Sociaal Cultureel Plan voor de gemeente Hoeven alsmede op grond van de eerdergedane toezegging van de voorzitter aan de Commissie Welzijn en Economische Zaken is na het overleg

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1989 | | pagina 161