-5-
Artikel 13.
Ter inzage leggen van stukken.
1. Het beroepschrift en alle verder op de zaak betrekking
hebbende stukken worden voor de appellant, de indicatie
commissie en eventuele gemachtigden ter secretarie koste
loos ter inzage gelegd gedurende de in artikel 12eerste
lid, bedoelde termijn. De voorzitter stelt betrokkene
daarvan in kennis in de mededeling als bedoeld in artikel
12, eerste lid.
2. De appellanten, de indicatiecommissie en hun gemachtigden
kunnen van de in het vorige lid bedoelde stukken tegen
vergoeding van de kosten afschriften verkrijgen.
3. De toepassing van het eerste en het tweede lid blijft
achterwege, indien geheimhouding om gewichtige redenen
is geboden. Zodanige redenen zijn in ieder geval niet
aanwezig, voorzover ingevolge de Wet openbaarheid van
bestuur de verplichting bestaat een verzoek om
informatie, vervat in deze stukken, in te willigen.
Artikel 14
Memoriën.
1. Tegelijk met de in artikel 12, eerste lid, bedoelde mede
deling stelt de voorzitter van de commissie de appellant
en de indicatiecommissie een termijn tot uiterlijk een
week voor de zitting, waarbinnen zij al hetgeen zij voor
de behandeling van het beroepschrift dienstig achten
schriftelijk aan de commissie kenbaar kunnen maken.
2De aldus ingekomen stukken worden terstond toegevoegd
aan de overige stukken, behoudens het bepaalde in
artikel 13, derde lid.
Artikel 15.
Quorum
Voor het houden van een zitting, als bedoeld in artikel 11,
is vereist, dat de meerderheid van het aantal leden, waar
onder in ieder geval de voorzitter, aanwezig is.
Artikel 16.
Niet-deelname aan de behandeling van het beroepschrift.
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel
aan de behandeling van een beroepschrift, indien daarbij de
onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.