I GEMEENTE HOEVEN Agendanr.9. Raadsvergadering d.d. 27 april 1989. Onderwerp: Voorstel tot vaststelling van de verordening inzake de behandeling van beroepschriften, als bedoeld in artikel 6k, tweede lid, van de Wet op de Bejaarden oorden en tot vaststelling van de 18e wijziging van de gemeentebegroting 1989. Hoeven, 17 april 1989. Op 29 september 1988 is het Besluit indicatie-advisering bejaardenoorden en verpleeginrichtingen in het Staatsblad gepubliceerd. Het is in werking getreden op 1 januari j.l. Dit besluit regelt de advisering door de indicatiecommissie ex artikel 6j van de Wet op de Bejaardenoorden - die al sinds 1977 vanuit Roosendaal werkzaam is - aan bejaarden, die opgenomen wensen te worden in een bejaardenoord of in een verpleeginrichting. Het Besluit opname in bejaarden oorden is hiermee komen te vervallen. Voor opname in een bejaardenoord was al vereist, dat de bejaarde over een positief advies beschikt. Daarin verandert niets. Nieuw is het feit, dat dit advies van de indicatie commissie nu ook wordt vereist voor de opname of dagbe handeling in een verpleeginrichting. Daartoe is een extra artikel aan het verstrekkingenbesluit AWBZ toegevoegd. Wat de procedure betreft verandert er dus voor de bejaar denoorden niets; met betrekking tot de verpleeginrichtingen geldt nu, dat het ziekenfonds, de ziektekostenverzekeraars of het uitvoerend orgaan (d.i. een orgaan dat een publiek rechtelijke ziektekostenregeling voor ambtenaren uitvoert) eerst een beslissing kan nemen over een opname of dagbe handeling, nadat de commissie een advies heeft afgegeven. Zij hebben immers de bevoegdheid de desbetreffende ver strekking te verlenen. In het Besluit indicatie-advisering bejaardenoorden en verpleeginrichtingen ligt besloten, dat de indicatie commissie rekening kan houden met de kwalitatieve en kwantitatieve mogelijkheden van de extramurale voorzieningen bij de beoordeling van een verzoek om opname en/of dagbe handeling in een bejaardenoord of verpleeginrichting. De indicatiecommissie is daartoe zelfs gehouden, indien haar uit onderzoek is gebleken, dat de verzoeker een zekere hulpbebehoefte heeft, doch tevens is geconstateerd, door de commissie, dat opname of dagbehandeling in een intramurale voorziening (nog) niet nodig is. Alvorens de commissie een negatief advies mag afgeven, dient zij zich ervan te vergewissen, dat op redelijke termijn de benodigde hulp kan worden geboden door de extramurale voorzieningen.

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1989 | | pagina 119