y
- 4 -
Artikel 6 (Verhoging van het salaris)
1Het salaris van de ambtenaar wordt binnen de voor hem gelden
de salarisschaal periodiek verhoogd tot het naasthogere be
drag.
2. De periodieke verhogingen worden toegekend:
a. wanneer de ambtenaar 21 jaar of ouder is en hij het maxi
mum-salaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet
heeft bereikt, voor de eerste maal met ingang van de eerste
dag van de maand waarin zijn aanstelling één jaar is ver
streken en nadien telkens na één jaar;
b. wanneer de ambtenaar jonger dan 21 jaar is, met ingang van
de eerste dag van de maand waarin zijn verjaardag valt.
3. Het tijdstip waarop ingevolge het vorige lid aan de onder a.
bedoelde ambtenaar voor de eerste maal een periodieke verho
ging wordt toegekend, kan worden vervroegd indien daartoe
naar het oordeel van burgemeester en wethouders aanleiding
bestaat.
4. Indien de in het tweede lid onder a. bedoelde ambtenaar reeds
voor zijn 21e verjaardag was aangesteld, worden hem de perio
dieke verhogingen toegekend met ingang van de eerste dag
van de maand, waarin zijn verjaardag valt.
5. Het salaris wordt, indien de salarisschaal dit aangeeft en
wanneer het maximumsalaris is bereikt, voor de eerste maal
na zes jaar en vervolgens om de twee jaar verhoogd tot het
naasthogere bedrag, vermeld achter een salarisnummer beginnen
de met de letter U.
6. De tijd gedurende welke de ambtenaar ingevolge wettelijke ver
plichting verlof geniet ter vervulling van militaire of daar
voor in de plaats tredende dienst, wordt voor de toekenning
van het salaris als diensttijd in aanmerking genomen.
Artikel 7 Buitengewone bekwaamheid enz
1Burgemeester en wethouders kunnen aan de ambtenaar, die het
maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog
niet heeft bereikt, een extra salarisverhoging tot een in
de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het
maximumsalaris, toekennen op grond van:
a. buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en ijver;
b. andere door burgemeester en wethouders van voldoende be
lang geachte werkzaamheden.
2. Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip
waarop ingevolge artikel 6 een salarisverhoging wordt toe
gekend onverlet, tenzij burgemeester en wethouders anders
bepalen.
- Artikel 8 -