-2-
Hoorzitting
Ten overstaan van de commissie Ruimtelijke ordening, volks
huisvesting en Financiën is reclamant in de gelegenheid gesteld
zijn beroepschrift toe te lichten. Wederom werd zijnerzijds
eerdergenoemd artikellid als argument benadrukt. Desgevraagd
deelde hij mede de indruk te hebben, dat de huurvoorwaarden aan
de bepalingen van het bestemmingsplan zijn ontleend. In een
brief van 1 april 1986 heeft het gemeentebestuur aan het bestuur
van de volkstuindersvereniging reeds duidelijk gemaakt, dat de
Provinciale Planologische Commissie geen problemen had met de
situering van volkstuinen aan de rand van woonbebouwing. Het
volkstuinenbeleid zou daarop afgestemd moeten worden, aldus
reclamant. De commissie adviseert unaniem het beroep ongegrond
te verklaren, omdat de strijdigheid met de bestemmingsvoor-
schriften geen andere beslissing mogelijk maakt. Voorts adviseert
de commissie nader te bezien of ook een planologische regeling
het te voeren beleid kan schragen.
Conclusie
Noch in het beroepschrift noch bij gelegenheid van de hoorzit-^
ting zijn feiten of omstandigheden aangevoerd, die formeel gezien
tot een herziening of bijstelling van het bestreden besluit
kunnen leiden. Wij kunnen u dan ook niet anders voorstellen dan
het beroepschrift ongegrond te verklaren. Wel zijn wij bereid om
in overleg met de stedebouwkundige tot een adequate regeling
terzake te komen.
Het beroepschrift ligt met de overige bescheiden voor u in
het agendadossier ter inzage.
Burgemeester en wethouders van Hoeven.
A.F.W. Osterloh, burgemeester.
J.B.C. van Zitteren, loco-secretaris.