Artikel 5 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 6 Wijze van heffing Het recht wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 7 Ontstaan van de belastingschuld en bepalingen ontrent aanvang en einde van de belastingplicht in de loop van het tijdvak 1.Het recht is verschuldigd bij de aanvang van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is het recht verschuldigd over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. 3.Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde recht als er in dat jaar, na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven. Machtiging tot overdracht van bevoegdheden Artikel 8 Burgemeester en wethouders kunnen één of meer gemeente-ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrekking tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invordering van het recht. Artikel 9 Burgemeester en wethouders kunnen bepalen, dat voor de verzending van aanslagbiljetten, ingevolge artikel 2, eerste lid, van de wet van 22 mei 1845 (Stb. 1926, 334) voor de comptabele een andere gemeenteambtenaar in de plaats treedt. Artikel 10 Nakoming van verplichtingen. De verplichtingen als bedoeld in de artikelen 47,50 en 51 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) gelden mede jegens de door burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren der gemeentelijke belastingen. Artikel 11 Overdracht van bevoegdheden tot het verlenen van afschrijving en uitstel van betaling. 1Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het verlenen van afschrijving als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de wet van 22 mei 1845. 2. De comptabele is bevoegd tot het verlenen van uitstel van betaling als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet van 22 mei 1845. Artikel 12 Berekening van interest bij uitstel van betaling. Voor de berekening van de in artikel 17tweede lid, van de wet van 22 mei -1845-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1987 | | pagina 174