r
-33-
44.7 Indien dat besluit van de hoofdingenieur-directeur strekt tot
het afwijzen van het verzoek geldt de doorzending als een besluit
tot het niet verlenen van geldelijke steun.
Artikel 45 Hoogte van de geldelijke steun.
De geldelijke steun bedraagt 40 procent van de kosten van de ener
giebesparende maatregelen.
Artikel 46 Algemene planbeoordelingscriteria.
46.1 Burgemeester en wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke
steun af
a) indien de geraamde kosten voor het treffen van de energiebe
sparende maatregelen minder bedragen dan 1.000,
b) in afwijking van het onder a gestelde, wijzen burgemeester en
wethouders de aanvraag om geldelijke steun af, indien in een
tweede fase energiebesparende maatregelen worden getroffen en
de geraamde kosten minder bedragen dan 500,
c) voor zover de geraamde kosten voor het treffen van energiebe
sparende maatregelen meer bedragen dan 10.000,
d) indien in hetzelfde kalenderjaar of binnen 15 volle kalenderjaren
voorafgaand aan de indiening van de aanvraag reeds eerder voor de
woning geldelijke steun is verleend op grond van deze verordening
e) indien de aanvraag betrekking heeft op een woning gelegen in een
deel van de gemeente waarvan de raad heeft besloten dat voor het
uitsluitend treffen van energiebesparende maatregelen geen gel
delijke steun zal worden verleend;
f) indien de opgegeven huurprijs na het treffen van de energiebe
sparende maatregelen niet is berekend overeenkomstig het bepaal
de bij of krachtens de Huurprijzenwet woonruimte;
g) indien het plan overigens in strijd is met enige bepaling in deze
verordening.
46.2 Indien bij de laatste maal dat voor een woning op grond van
deze verordening geldelijke steun is verleend, de voorzieningen
uitsluitend bestonden uit energiebesparende maatregelen, wordt
in het eerste lid, onderdeel d, in plaats van "15" gelezen: "5".
Artikel 47 Aanhouding ten behoeve van prioriteitstelling.
47.1 Indien er geen gronden zijn tot afwijzing houden burgemeester
en wethouders de beslissing op de aanvraag aan indien toepassing
is gegeven aan het bepaalde in artikel 3> vijfde lid, en het plan
betrekking heeft op het treffen van voorzieningen aan een woning
die niet behoort tot de op grond van dat artikel aangewezen cate
gorieën dan wel niet gelegen in een op grond van dat artikel aan
gewezen deel van de gemeente.
-47.2-