26-
25.6 Een melding als bedoeld in het eerste lid geschiedt binnen de
door burgemeester en wethouders gestelde termijn, welke uiterlijk
ligt op 30 mei van het jaar dat drie jaar ligt na het tijdstip waarop
het besluit tot verlening van geldelijke steun door burgemeester en
wethouders is genomen.
25.7 Een melding die voldoet aan de in de vorige leden vermelde
voorwaarden wordt tevens aangemerkt als een verzoek om betaal
baarstelling van de geldelijke steun.
25.8 Op een verzoek om betaalbaarstelling van de geldelijke steun
beslissen burgemeester en wethouders binnen drie maanden na ont
vangst. Burgemeester en wethouders kunnen, voor zover de controle
op de juistheid van de overgelegde rekeningen en betaalbewijzen daar
toe aanleiding geeft, deze beslissing verdagen. Van iedere verdaging
wordt aan aanvrager schriftelijk in kennis gesteld, onder vermelding
van de aan die beslissing ten grondslag liggende redenen.
Artikel 26 Zelfwerkzaamheid.
26.1 In afwijking van het bepaalde in artikel 21, eerste lid, onder d,
kunnen burgemeester en wethouders goedkeuren dat de werkzaamheden geheel
dan wel gedeeltelijk in zelfwerkzaamheid door de aanvrager, dan wel
door de huurder/bewoner worden verricht.
26.2 De werkzaamheden die in zelfwerkzaamheid verricht zullen worden,
dienen gespecificeerd te zijn in het plan.
26.3 Burgemeester en wethouders geven de goedkeuring voor de zelf
werkzaamheid door de huurder/bewoner nadat hen is gebleken dat
huurder/bewoner en verhuurder een schriftelijke overeenkomst hebben
gesloten waarin ten minste is vastgelegd:
a) welke vergoeding door de verhuurder aan de huurder/bewoner zal
worden verstrekt voor zijn werkzaamheden;
b) welke afspraak er is gemaakt tussen huurder/bewoner en verhuurder
over de huurprijs na het treffen van de voorzieningen.
Artikel 27 Bevoorschotting.
27.1 Burgemeester en wethouders kunnen voorschotten verstrekken op
de geldelijke steun.
27.2 Burgemeester en wethouders stellen de voorschotten die de minister
de gemeente verleent, binnen 14 dagen ter beschikking aan de aanvrager.
27.3 In gevallen waarin niet is voldaan aan het gestelde in deze ver
ordening, kan de bevoorschotting opgeschort worden, dan wel kunnen
voorschotten teruggevorderd worden.
-Hoofdstuk IV-