-19- 18.2 Indien bij de laatste maal dat voor een woning op grond van deze verordening geldelijke steun is verleend, de voorzieningen uitsluitend bestonden uit energiebesparende maatregelen, wordt in het eerste lid, onderdeel c, in plaats van "15" gelezen"5" 18.3 Van het bepaalde in het eerste lid, onderdelen c en d, kunnen burgemeester en wethouders, na verkregen toestemming van de minister, vrijstelling verlenen, indien toepassing zou leiden tot gevaar voor de instandhouding van de woning. Artikel 19 Nadere planbeoordelingscriteria. 19-1 Burgemeester en wethouders wijzen een aanvraag om geldende steun voorts af indien: a) met het treffen van de voorzieningen het belang van de volkshuis vesting niet of niet voldoende wordt gediend; b) de te treffen voorzieningen niet sober en doelmatig zijn; c) de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden in re delijke verhouding te staan tot het te bereiken kwaliteitsniveau na de verbetering; d) de voorzieningen niet voldoen aan het bepaalde in de gemeentelijke bouwverordening zoals die geldt ten tijde van de aanvraag, be houdens vrijstelling op onderdelen verleend door burgemeester en wethouders; e) na het treffen van de voorzieningen de woning niet ten minste vol doet aan de eisen gesteld in hoofdstuk 3 van de gemeentelijke bouwverordening zoals die geldt ten tijde van de aanvraag, be houdens vrijstelling op onderdelen verleend door burgemeester en wethouders; f) niet voldoende aannemelijk is dat de woning na het treffen van de voorzieningen nog ten minste het aantal jaren in stand zal blijven dat de helft bedraagt van het toepasselijke percentage van de kosten van vergelijkbare nieuwbouw als bedoeld in artikel 22; g) naar het oordeel van burgemeester en wethouders de woning mede voorzieningen behoeft die niet in het plan zijn opgenomen en waarop artikel 23 niet van toepassing is; h) toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 3, eerst lid, en het plan betrekking heeft op het treffen van voorzieningen aan een woning die niet behoort tot de op grond van dat artikel aan gewezen categorieën, dan wel niet gelegen is in een op grond van dat artikel aangewezen deel van de gemeente; j) toepassing is gegeven aan het bepaalde in artikel 3, derde lid, en de kosten van de voorzieningen de op grond van dat artikel gestelde grens zullen overschrijden. 19.2 Indien de aanvraag tevens het treffen van energiebesparende maat regelen omvat wijzen burgemeester en wethouders de aanvraag bovendien af indien het plan niet voldoet aan de in of krachtens artikel 48 gestelde eisen. -Artikel 20-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1987 | | pagina 130