r
I
ri
ij
-9-
Artikel 8 Nadere planbeoordelingscriteria.
8.1 Burgemeester en wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke
steun voorts af indien:
a) met het treffen van de voorzieningen het belang van de volks
huisvesting niet of niet voldoende wordt gediend;
b) de te treffen voorzieningen niet sober en doelmatig zijn;
c) de kosten van de voorziening niet geacht kunnen worden in rede
lijke verhouding te staan tot het te bereiken kwaliteitsniveau
na de verbetering;
d) indien de voorzieningen niet voldoen aan het bepaalde in de gemeen
telijke bouwverordening zoals die geldt ten tijde van de aanvraag,
behoudens vrijstelling op onderdelen verleend door burgemeester
en wethouders;
e) na het treffen van de voorzieningen de woning niet ten minste
voldoet aan de eisen gesteld in hoofdstuk 3 van de gemeentelijke
bouwverordening zoals die geldt ten tijde van de aanvraag, be
houdens vrijstelling op onderdelen door burgemeester en wethouders;
f) niet voldoende aannemelijk is dat de woning na het treffen van de
voorzieningen nog ten minste het aantal jaren in stand zal blijven
dat de helft bedraagt van het toepasselijke percentage van de kosten
van vergelijkbare nieuwbouw als bedoeld in artikel 10;
g) naar het oordeel van burgemeester en wethouders de woning mede
voorzieningen behoeft die niet in het plan zijn opgenomen en waarop
artikel 11 niet van toepassing is.
8.2 Indien de aanvraag tevens het treffen van energiebesparende maat
regelen omvat wijzen burgemeester en wethouders de aanvraag bovendien
af indien het plan niet voldoet aan de in of krachtens artikel 48
gestelde eisen.