-4- 3.2 De raad kan besluiten dat aan het treffen van voorzieningen aan woningen (van particuliere verhuurders) in bepaalde delen van de gemeente, of aan bepaalde categorieën woningen (van particuliere verhuurders) dan wel een combinatie van deze beide voorrang zal worden gegeven bij het verlenen van geldelijke steun. 3.3 De raad kan besluiten dat aan het treffen van voorzieningen aan woningen (van particuliere verhuurders) waarvan de kosten meer bedragen dan 80% van vergelijkbare nieuwbouw geen geldelijke steun zal worden verleend (indien die woningen gelegen zijn in bepaalde aan te wijzen delen van de gemeente). 3.4 De raad kan besluiten dat aan het treffen van uitsluitend ener giebesparende maatregelen aan woningen in bepaalde delen van de gemeente géén geldelijke steun zal worden verleend. 3.5 De raad kan besluiten dat aan het treffen van uitsluitend ener giebesparende maatregelen aan woningen in bepaalde delen van de gemeente voorrang zal worden gegeven bij het verlenen van geldelijke steun. 3.6 De raad kan besluiten dat bij de verlening van geldelijke steun voor voorzieningen aan woningen van particuliere verhuurders (indien gelegen in aan te wijzen delen van de gemeente) voorrang verleend zal worden aan de aanvragen voor het treffen van voorzieningen aan woningen waarop een aanschrijving op grond van artikel 25 van de Woningwet rust. 3.7 Burgemeester en wethouders doen een voorstel tot een besluit als bedoeld in dit artikel slechts nadat daaromtrent door hen overleg is gevoerd met de in artikel 7 bedoelde organisaties. Aan de raad wordt door burgemeester en wethouders schriftelijk verslag gedaan. 3.8 Een besluit als bedoeld in dit artikel wordt bekend gemaakt in een of meer plaatselijk verspreide dag- of nieuwsbladen. 3.9 Burgemeester en wethouders kunnen de raadscommissie ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en financien gehoord, in bijzondere ge vallen afwijken van een ingevolge dit artikel genomen raadsbesluit. Artikel 4 Overleg omtrent de verordening. 4.1 Deze verordening zal slechts worden vastgesteld of gewijzigd nadat over het ontwerp door burgemeester en wethouders voorafgaand overleg is gevoerd met de sociale verhuurders en andere naar het oordeel van de raad daarvoor in aanmerking komende natuurlijke en rechtspersonen. 4.2 Burgemeester en wethouders stellen de sociale verhuurders, alsmede andere naar het oordeel van de raad daarvoor in aanmerking komende natuurlijke en rechtspersonen, in ieder geval jaarlijks in de gelegen heid hun mening omtrent de uitvoering van deze verordening kenbaar te maken en daarover met het gemeentebestuur van gedachten te wisselen. Het verslag van deze gedachtenwisseling wordt ter kennis van de raad gebracht. 4.3 Onverminderd het bepaalde in de vorige leden is de gemeentelijke inspraakverordening stadsvernieuwing als bedoeld in artikel 8 Wet op de stads- en dorpsvernieuwing (Stb. 1981, 236) van toepassing. -4.4-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1987 | | pagina 115