-3- 4e een tot bewoning bestemd gebouw dat: - eenheden bevat die hoewel geen zelfstandige woning zijnde, bestemd zijn om afzonderlijk te worden bewoond, en - gemeenschappelijke voorzieningen bevat ter compensatie van voorzieningen die in de eenheden ontbreken; b) eigenaar: le een persoon die, blijkens een schriftelijke machtiging van de eigenaar, gerechtigd is de aanvraag om geldelijke steun in te dienen en gerechtigd is de geldelijke steun in ontvangst te nemen; 2e de erfpachter; 3e de houder van een appartementsrecht als bedoeld in artikel 875a van het Burgerlijk Wetboek, of 4e degene aan wie een rechtspersoon deelnemings- of lidmaatschaps rechten heeft verleend, die recht geven op het gebruik van een woning; c) verlenen van geldelijke steun: het door het gemeentebestuur bepalen van het bedrag aan geldelijke steun in de gevallen waarin de voorzieningen van gemeentewege worden getroffen. 1.3 In deze verordening wordt onder woning bovendien mede verstaan een groep woningen die een administratieve eenheid vormt. Artikel 2 Grondslag en werkingssfeer. 2.1 Op grond van deze verordening kunnen burgemeester en wethouders geldelijke steun verlenen voor: a) het treffen van voorzieningen aan een woning van een sociale ver huurder, zoals nader geregeld in hoofdstuk II van deze verordening; b) het treffen van voorzieningen aan een woning van een particuliere verhuurder, zoals nader geregeld in hoofstuk III van deze ver ordening; c) het treffen van uitsluitend energiebesparende maatregelen aan een woning, zoals nader geregeld in hoofdstuk VI van deze verordening. 2.2 Verlening van geldelijke steun geschiedt onder de voorwaarde dat de gemeente van rijkswege geldelijke steun tot een gelijke omvang zal ontvangen. 2.3 Deze verordening is niet van toepassing op: a) door de eigenaar te bewonen woningen; b) ambts- en dienstwoningen; c) woningen die niet geschikt of bestemd zijn om het gehele jaar door te worden bewoond; d) verzorgingstehuizen voor bejaarden; e) woningen in eigendom van de Dienst der Domeinen, of f) woningen, bestemd voor de huisvesting van Molukse huishoudens en in het beheer van de Dienst der Domeinen, waaraan voorzieningen worden getroffen in verband met een overdracht in eigendom van die woningen aan gemeenten of toegelaten instellingen; g) woningen die bedrijfsmatig kamergewijs worden verhuurd. Artikel 3 Prioriteitstelling. 3.1 De raad kan besluiten dat de verordening geheel of gedeeltelijk slechts van toepassing is op door hem aan te wijzen categorieën woningen (van particuliere verhuurders) of op woningen (van particuliere ver huurders) gelegen in door hem aan te wijzen delen van de gemeente. -3.2-

Raadsnotulen

Hoeven: 1928-1996 | 1987 | | pagina 114